zondag 5 juli 2009

Die zit in de drugshandel, dat weet ik honderd procent zeker

Na vijf dagen onderweg te zijn geweest vanuit Nieuw York, een reis gevuld met talloze personages en gesprekken die inmiddels in mijn hoofd door elkaar lopen, ben ik eindelijk aangekomen in Davis California. Ik stapte uit bij een lichtroze stationsgebouw dat is gebouwd in de Mexicaanse colonial revival stijl. De hitte was gigantisch na de aircotrein, maar er waaide een aangenaam windje. Na Chicago en Nieuw York was ik nu in een soort uitgestrekt vakantiepark terecht gekomen. Mijn vriend Dani, die hier aan het promoveren is in de Spaanse poëzie van Lorca en kornuiten, haalde me op. Althans dat was het plan, maar hij voelde zich niet al te best en uiteindelijk zat zijn Mexicaanse vriendin Daniela achter het stuur van haar eigen, enigssinds gehavende, Daihatsu automaat. Dani was nog dronken zei hij, van Daniela's verjaardag de vorige dag.'Altijd hetzelfde met die Mexicanen, je wordt voortdurend uitgedaagd op je mannelijkheid, als je dat tequila shot niet neemt wordt het opgevat als een grove belediging.' Volgens Dani zijn de eigenschappen die Spanjaarden vanaf de zestiende eeuw langzaam zijn kwijtgeraakt in de Indiaanse ziel gefossiliseerd.'Er is altijd drama met de Mexicanen, er speelt voortdurend jaloezie, machismo, eerwraak en een idee van een hogere en pure liefde.'
We reden direct door naar een restaurant, want op een gegeven moment was mijn geld opgeraakt aan boord van de trein en ik had al een tijdje niet meer gegeten. Zo bevond ik mij plosteling tussen de akkerlanden, waarop graan wordt verbouwd. De gele halmen waaraan California ondermeer zijn naam van Gouden Staat te danken heeft, waren nog niet zichtbaar. Daniela parkeerde haar japanner bij een commercieel centrum, dat bestond uit haaks op elkaar geplaatste laagbouw blokken met winkeltjes. Voor de winkeltjes kon geparkeerd worden. De winkeltjes waren dicht, maar een Mexicaanse restaurant was open. Toen ik uit het witte licht van de parkeerplaats het restaurant binnenstapte zag ik daar hoe Mexicaanse families bezig waren uitgebreid dineren. De meeste hadden hun mooiste cowboykleren aangetrokken. Dat wil zeggen, de mannen. Ze droegen cowboy hoeden en riemen waarop de Mexicaanse vlag was afgebeeld. Er trad een mariachi band op. Misschien was dit op dat moment wel iets teveel van het goede. Ik kon onmogelijk net doen alsof ik dit tafereel had verwacht of dat ik het de normaalste zaak van de wereld vond. Er vormde zich een nogal domme grijns om mijn mond die als een verkrampt masker bleef zitten. Slechts met grote moeite kreeg ik mijn gezichtspieren weer in de plooi.
De Mariachi band speelde typische Mexicaanse volksliedjes en ze kosten tien dollar per nummer. De jonge man die de band blijkbaar had gevraagd voor hem te spelen, leek meer geinteresseerd te zijn in zijn mobiele telefoon dan in de de muziek. Later zagen we hem wegrijden in een hele dure en grote auto. 'Die zit in de drugshandel, dat weet ik honderd procent zeker', zei Dani terwij wij krakend en piepend achterbleven in het spoor van de wegzoevende Chrysler.