zondag 19 juli 2009

De tweede fles wijn

Ik had veel verwacht van de Greyhound. Ik dacht: de Greyhound, dat is een grondgebonden vliegtuig. Maar niets is minder waar, de Greyound is een soort stadsbus in verwaarloosde toestand. Er is nauwelijks beenruimte, de stoelen zijn half vergaan en het ruikt er een beetje zuur. In Modesto zei een vrouw tegen de chauffeur dat iemand op een zitting geplast had. ‘I found out the hard way.’ De Greyhound doet denken aan de crisis. Het is de crisis op wielen.
De chauffeur ging even ruiken, maar vond dat het helemaal niet stonk. Benny, de neef van mijn moeder heeft me opgepikt van het Greyhound station en we zijn gaan eten in een Italiaanse restaurant in Bakersfield. We aten Alabot uit Alaska en Chileense zeebaars.Het gesprek was zeer geanimeerd omdat benny, die nederlandse ouders heeft, familie erg belangrijk vindt. De wijn hielp ook. Bij het aanbreken van de tweede fles wijn, kwam het gesprek plotseling op religie.
‘Geloof je in God en Jezus Christus de verlosser ?’
‘Euh, sorry?’
‘Of je in God geloofd.’
‘Ik geloof van niet.’
‘Hoe denk je dat je hier gekomen bent?’
‘Het is niet een vraag dat me bezig houdt, het is niet iets waar ik over nadenk.’
‘Wat als je oud bent en je op het punt staat te sterven en je geloofd niet in God, wat dan?’
‘Nou, dan is het te laat denk ik’
‘Precies, dat bedoel ik, ik heb dat idee niet in je hoofd gestopt, dat het te laat zou zijn. Dus als dat idee al vanzelf in je hoofd zit, dan bestaat er dus een hemel en een hel.’
‘Oh alsjeblieft, dat was alleen in de context van dit gesprek.’
‘We zouden zo nog dagen kunnen doorgaan, maar ik houd van je en omdat ik van je houd zal ik proberen je te redden.’