van onze verslaggever
PARIJS - Het veiligheidsbeleid van de
Franse hoofdstad begint dramatische
vormen aan te nemen. Bijna iedere
boulevard in Parijs is tegenwordig
uitgerust met een veiligeheidscamera.
Geen Parijzenaar waagt zich vandaag
de dag not op straat zonder paraplu
en dat is niet voor de regen. "Zo kun je
ten minste nog je gezicht afschermen
van het alziende oog van Sarkozy", zegt
een omstander die niet met z'n
naam in de krant wil omdat hij bang
is voor represailles.
In een paar maanden tijd heeft de Franse
president de hoofdstad omgebouwd tot
een fort. In een persconferentie hierover
zei Sarkozy het volgende: "Het is nodig
om te voorkomen dat laaghartig
gespuis het Frans blazoen bevuilt
door iets negatiefs over de staat of mijzelf
te zeggen." Aldus de president, om
er mompelend bijna onhoorbaar aan
toe te voegen (hij dacht dat microfoon
al uit stond): "l'Etat, C'est moi."
donderdag 28 februari 2008
woensdag 27 februari 2008
De Schoonheid van een Huidziekte
Laatst vertelde een vriendin van mij dat ze het zo jammer vond weinig tijd te hebben voor innerlijke verrijking omdat ze zichzelf als dermatoloog kapot werkt in een Italiaans ziekenhuis en bovendien een kind heeft (zonder man, om het even af te maken). Ze zou graag meer tijd hebben om bijvoorbeeld poëzie te schrijven.
Ik kom net terug uit Madrid waar ik verzeild ben geraakt in een dichtersscène (ik ben er nu gelukkig weer uit). Nu ken ik de dichtersscène in Groningen een beetje en ik moet zeggen dat het elkaar niet zo veel ontloopt.
De vriend waar ik logeerde is dichter en doet iets met autoverzekeringen (hij kan ook snelwegen aanleggen, maar koos voor de kunst). Iedere woensdagavond gaat hij trouw naar de Madrileense dichtersbar Bukowsky (Charles Bukowsky was een tijdje nazi sympathisant, maar dat is iedereen even vergeten) om voor zijn dichtersvrienden verse gedichten voor te dragen.
Ik weet niet of het aan mij ligt maar op de één of andere manier doen die gedichten helemaal niet zo vers aan (voor de duidelijkheid, niet per se die van mijn vriend, maar van de rest), laat staan dat ze blijk geven van innerlijke verrijking. Het lijkt erop, maar misschien vergis ik mij wel, dat iedereen denkt dat hij volstrekt origineel is. Terwijl ik het vermoeden heb dat maar weinig van deze dichters zich verdiept heeft in het werk van diegene die hen voorgingen. Ik zelf trouwens ook niet, want ik hou niet zo van poëzie en daarom kan ik het ook niet goed ‘objectief’ beoordelen. Ik spreek hier als ervaringsdeskundige. Ik kom zo nu en dan in de omstandigheid dat ik een gedicht moet of wil aanhoren en dan gaat het godbetert over gevoelens. Er bestaat geen grotere flauwekul dan een gedicht over gevoelens te schrijven. Het is nou juist aan de lezer om al dan niet iets te voelen bij een gedicht. Niet aan de dichter om die gevoelens voor te schrijven. De dichter zou zich naar mijn mening moeten beperken tot autoverzekeringen (als hij daar toevallig iets van weet). Ik heb mijn vriendin dan ook gezegd dat ze zich geen zorgen hoeft te maken over innerlijk verrijking omdat de huid (helemaal als deze ziek is) veel interessanter is.
Maar ja, misschien houd ik gewoon niet zo van poëzie, dat kan natuurlijk ook.
dinsdag 26 februari 2008
Arena van het Alledaagse
De beste manier om onopvallend, dat wil zeggen met een geldig excuus, de probleemwijk Transvaal te leren kennen is via de Haagse markt. Consumentisme is na oorlog ten slotte de meest geaccepteerde vorm van sociale interactie met ‘de ander’. Er zijn 93 nationaliteiten in Transvaal die allemaal hun weg vinden op de Haagse Mart. Het verbaasd mij dan ook niks dat Ton van Antonio’s ijskarretje zegt dat “er iedere dag wel iets geks te beleven valt.”
Zijn buurman, die nu toevallig olieverf verkoopt maar vorige week nog mobielfrontjes, valt hem enigszinds knorrig in de reden dat het vooral iedere dag een stukje minder leuk wordt.“De komst van de euro heeft alles twee keer minder waard gemaakt”, deelt hij mij mee alsof het om een goed bewaard geheim gaat. Ook de diversiteit aan producten is niet meer wat het geweest is: “Vroeger kon je hier nog wel kwaliteit vinden, maar dat is echt over, het gaat nu om snel geld verdienen met hele goedkope troep uit China.”
Als ik verder wandel roept een marktkoopman naar mij dat ik niet zo serieus moet kijken omdat het leven begonnen is met een geintje. De man met dit bijzondere Haagse gevoel voor humor blijkt Aad te heten en staat al 40 jaar op de markt. Niet dat hij hier nog hoeft te staan want hij is allang binnen, volgens eigen zeggen. Als ik hem vraag of hij dan geen last heeft van de euro en dat alles minder wordt reageert hij laconiek en zegt dat marktkooplui altijd wat te klagen hebben. “Het zijn net boeren, dan is het weer te nat dan is weer te droog, ze zeggen dat alleen maar om anderen te laten denken dat bij hen niets te halen valt.”
Aad heeft voor zichzelf een arena gebouwd van pannen in alle soorten en maten, messen, vleeshamers en aardappelschilmesjes. Als de ceremoniemeester van een circus roept hij naar potentiële klanten. “Toen de Haagse markt in 1938 van de prinsengracht moest verhuizen naar deze locatie, dit waren toen natuurlijk nog nieuwbouwwijken, liepen de marktkooplui met doodskisten door de straat. Deze verhuizing zou de doodsteek worden. Moet je nou eens kijken wat een drukte.”
Er komt een motteballerig hondje aangewandeld en voordat ik het weet staat Aad naast mij om het beestje te begroeten. Het dier, Moppie genaamd, blijkt toe te behoren aan een stokoude KNIL officier die in zijn invalidenwagentje komt aangereden. Het karretje is geheel behangen met knuffeldieren. Konijntjes, beertjes en twee grijnzende Garfield poppen aan weerszijde van zijn stuur. Het voertuig is verder beplakt met stikkers van het korps mariniers. De man is zwaar gehandicapt en kan nauwelijks praten, op de baseball cap die hij draagt staat de tekst forever indo. Aad begint honderd uit te praten over zijn nieuwe badkamer en dat alle tegels er weer uit moesten: “omdat het laagste punt helemaal niet bij het putje zat. Het water kan helemaal niet weg.”
donderdag 14 februari 2008
Disaster Driven
Er bestaat geen Europese richtlijnen voor de veiligheid van tunnels vertelde kunstenaar Martijn Boelhouwesr mij tijdens de Transvaalse denktank sessies over de tussentijd. Veiligheid komt daarentegen pas op de agenda na een ongeluk. Het beleid heet daarmee ‘disaster driven’ te zijn. Hoe meer ongelukken hoe veiliger de tunnel dus wordt. De ANWB meldt dat de tunnels gemiddeld behoren tot de veiliger wegvlakken: ‘er gebeuren dus gemiddeld minder ongelukken’ (dit staat op de ANWB site). De gevaarlijkste tunnels bevinden zich in Italië. Daar zijn ook gemiddeld de meeste corrupte politici per vierkante meter: “Vriendendiensten prevaleren boven de dienstbaarheid aan de samenleving” schrijft NRC-Next over de crisis in Italië naar aanleiding van het boek Vuile Handen van de journalist Marco Travaglio. Een student die aanwezig was bij diens lezing in Frascati zegt:”Het probleem van de Italianen is dat we altijd tot extreme situaties moeten komen, alvorens te reageren.”
Ook de Italiaanse politiek is Disaster Driven.
zaterdag 9 februari 2008
Verder weg en beter
Trots op Nederland staat volgens Maurice de Hond virtueel op 18 zetels, schrijft de Volkskrant vanmorgen. En dat ene woord, virtueel, zegt een hoop over Verdonk en haar beweging. Ze is eigenlijk een virtuele politicus, die zich gesteund weet door een virtueel volk. In plaats van een helder en conreet beleid te presenteren, een richting uit te zetten, doet ze net alsof het volk zelf mag bepalen wat er gebeurd in Nederland. Dat heet ook wel directe democratie en we weten wat daarvan is gekomen in California. Uiteindelijk is geld dan het enige wat telt. De arme drommels die ook achter Fortuyn aanliepen, lopen nu achter Verdonk aan want het idee is nog altijd dat ze zelf ook ooit vermogend zullen worden. Verdonk vertegenwoordigd een soort poldermodel van de American dream. Op haar website schreef ze onlangs: ”Op de website Hyves heb ik inmiddels 50.000 vrienden!”. Nou gefeliciteerd hoor! Maar het zijn lekker toch geen echte vrienden, maar hyve friends en ik ben benieuwd waar die zijn als je ze echt nodig hebt.
De virtualisering die zich in de politiek afspeelt: namelijk door geen stellingname te nemen of zelf een sterk beleid uit te stippelen maar altijd te verwijzen naar wat het volk wil, vinden we ook terug in de manier waarop we onze leefwereld vormgeven. We zijn steeds vaker opzoek naar persoonlijke utopieen die zich buiten de stedelijke samenleving bevinden. De voor handen zijnde technologieen stellen ons in staat om niet langer vanuit de samenleving zelf naar een oplossing te zoeken, maar 'problemen' simpelweg de rug toe te keren en uit de stad weg te trekken. Een fenomeen dat ook in in andere Europese landen aan de orde is. In de El Pais van vorige week zegt Jesus Olivia (socioloog aan de publieke universiteit van Navarra) dat er een unieke suburbanisatiegolf in Spanje gaande is. De bevolking rondom de grote steden is sinds 2001 met zo'n 30 procent gegroeid. Op de vraag waarom deze enorme verhuizing heeft plaats gevonden en plaats vindt zegt Jesus Olivia socioloog aan de universiteit van Navarra "Als je erin geloofd dat het verder weg beter is, dat je daar eigenlijk een hogere kwaliteit van leven hebt, dan ga je uiteindelijk ook verhuizen."
Het is met name een geloof en dat dat is wat mensen in beweging brengt. Verdonk heeft een beweging en haar volgelingen zijn dus eigenlijk gelovigen. Veel mensen geloven in de virtuele werkelijkheid avn Verdonk.
In de sociologie gaat de contact hypothese ervan uit dat onderling contact tot meer begrip leidt tussen etnische groepen. De conflict hypothese gaat ervan uit dat contact juist leidt tot irritatie en vijandigheid. Proffessor Robert Putnam voegt daar de constrict hypothese aan toe. Contact leidt niet tot begrip of irritatie maar zorgt ervoor dat mensen zich terugtrekken in hun eigen omgeving.(bron: de Volkskrant 9 februari)
Mijn hypothese is dat mensen op basis van een bepaald geloof - buiten de grote stad is het leven beter- zich terugtrekken en daardoor vanwege gebrek aan contact bang worden voor diegene die ze niet langer zien en niet meer kennen. Sociale spanningen en irritatie zijn volgens mij een noodzakelijke basis voor iedere gezonde samenleving. Het is vandaag de dag juist veel te makkelijk gemaakt om conflicten te vermijden door je terug te trekken in een virtuele wereld. Niemand leert nog met conflicten om te gaan, ze te signaleren of uit de weg te gaan.
We geloven dat de virtuele politiek alles voor ons oplost. Verdonk zegt ' bij mij zit de burger weer zelf achter de knoppen'. Maar dat zijn virtuele knoppen en daarmee wordt het probleem niet opgelost. Dat moeten we toch echt zelf doen , niet door te verhuizen naar een virtuele utopie in de buitenwijk, maar op straat in de stad. Het wordt weer tijd voor het geloof in de maakbaarheid van de samenleving.
donderdag 7 februari 2008
Tsjaa...d
Dit blog is opgericht om verhalen over de angstcultuur te verzamelen. Angst als de zure afscheiding van de decadente westerse samenlevingen. Terwijl wij in Nederland elkaar bezig houden met de reclame/voorlichting-spot van Wilders, slaan ze elders in de wereld elkaar echt de hersens in. Natuurlijk is dit een drogredenering en mag je een probleem nooit als irrelevant afdoen door er een ander, groter probleem, tegenover te zetten. Maar het relativeert wel lekker. Een vriend van mij moest onlangs half over kop zijn VN post in Tsjaad ontvluchten omdat de rebbelen in aantocht waren en ieder moment de hoofdstad N'Djamena konden binnen marcheren. Het woord angst valt in zijn verslag heel even als hij en zijn vrouw afscheid nemen van hun guard Ousman die bang is dat ze nooit meer terugkomen en hij dus opzoek moet naar nieuw werk. Zelf leken ze niet bang te zijn, eerder verveeld: " Hetzelfde hotel, dezelfde ontvangst, weer UNICEF Kameroen, en 22 maanden na mijn eerste evacuatie zit ik aan exact hetzelfde tafeltje dit verhaal te schrijven."
Oog in oog met echt gevaar, gaat het vooral om praktische zaken. Op tijd je koffer ingepakt hebben bijvoorbeeld. Gelukkig kun je dat van tevoren aardig inschatten omdat volgens Pieter "In Tsjaad het vecht seizoen omgekeerd evenredig loopt aan het regenseizoen. Tijdens de regentijd lopen de wadi's vol en kun je geen troepen verplaatsen."
In oorlogsgebieden zijn er vooral veel zorgen over je huis, je vrienden, familie en collega's, maar voor 'echte angst' zoals we dat in Nederland kennen is geen tijd want je moet ieder moment een vliegtuig halen.
Killer Tornado's
"Sunday's twister, which killed 22 people, was at its peak a strong F3 on the Fujita scale, with winds that reached or exceeded 200 mph, according to National Weather Service estimates. "
"Sunday's deadly storm arose as a strong cold front collided with the abnormally warm air that has held sway over the nation's midsection this fall, Blanchard said." (bron:usatoday.com)
Sommige Amerikaanse media berichten over zogenaamde Killer Tornado’s. Dat is een interessante typering voor een natuurverschijnsel. Een storm met een eigen willetje om de boel eens flink te gaan slopen. Als Al Qaida enig gevoel voor humor had gehad, wat extremisten niet hebben, dan hadden ze de 50 doden door de storm gisteren opgeëist als resultaat van de toorn van Allah.
woensdag 6 februari 2008
Intelectual Stalking part III: Reactie!!
Geachte heer Esser,
De heer van Twist vangt zijn werkzaamheden als cultureel attachee aan met ingang van vandaag. Ik zal uw brief aan hem voorleggen.
Met vriendeljke groet,
Agnes Treuren
Intelectual Stalking part II: mailen met zijn secretaresse in New York
Geachte Mevrouw Treuren
Enige tijd geleden heb ik de heer Kees van Twist een brief en een boek gestuurd, maar ik heb daar nog geen reactie op mogen ontvangen. Ik ben daarom bang dat het pakketje bij zijn recente verhuizing is zoekgeraakt. Van zijn secretaresse in het Groninger Museum begreep ik dat hij net gisteren is vertrokken naar de VS. Daarom stuur ik u voor de zekerheid de brief nogmaals op in de hoop dat u een gelegenheid vindt om deze aan hem te overhandigen. Het is van groot belang (althans mijn belang) dat wij in de toekomst met elkaar gaan samenwerken. Ik ben er helemaal klaar voor om naar New York te verhuizen. De stad ken ik ook al aardig. Onlangs ben ik er nog geweest om voor het blad de S&RO een artikel te schrijven over de fietsbeweging Critical Mass, een groep milieuactivisten die iedere laatste vrijdag van de maand op Union Square verzamelen om hun anti-auto protestmars door de stad te maken (zie attachment). Van fietsen hebben wij Nederlanders natuurlijk ontzettend veel verstand en het zou goed zijn om op dit vlak naar culturele uitwisseling te zoeken. Hoe kun je in een drukke stad als New York bijvoorbeeld het beste verschillende snelheden met elkaar vermengen (voetgangers, auto's, fietsers) ? Wij hebben daar veel meer over nagedacht dan de Amerikanen die zeer auto-minded zijn. Maar het is duidelijk dat dit langzamerahdn veranderd nu ook in de VS het milieubewustzijnvirus om zich heen begint te slaan. Over de gevolgen voor d everkeerstsromen wordt echter nauwelijks nagedacht. Dus ik stel voor: nodig jonge Nederlandse architectenbureaus uit om over alternatieve verkeersscenario's in New York na te denken. Maar voordat ik te hard van stapel loop met ideeën is het misschien beter om eerst een reactie van Kees af et wachten.
Met vriendelijke groeten, Bram Esser
Enige tijd geleden heb ik de heer Kees van Twist een brief en een boek gestuurd, maar ik heb daar nog geen reactie op mogen ontvangen. Ik ben daarom bang dat het pakketje bij zijn recente verhuizing is zoekgeraakt. Van zijn secretaresse in het Groninger Museum begreep ik dat hij net gisteren is vertrokken naar de VS. Daarom stuur ik u voor de zekerheid de brief nogmaals op in de hoop dat u een gelegenheid vindt om deze aan hem te overhandigen. Het is van groot belang (althans mijn belang) dat wij in de toekomst met elkaar gaan samenwerken. Ik ben er helemaal klaar voor om naar New York te verhuizen. De stad ken ik ook al aardig. Onlangs ben ik er nog geweest om voor het blad de S&RO een artikel te schrijven over de fietsbeweging Critical Mass, een groep milieuactivisten die iedere laatste vrijdag van de maand op Union Square verzamelen om hun anti-auto protestmars door de stad te maken (zie attachment). Van fietsen hebben wij Nederlanders natuurlijk ontzettend veel verstand en het zou goed zijn om op dit vlak naar culturele uitwisseling te zoeken. Hoe kun je in een drukke stad als New York bijvoorbeeld het beste verschillende snelheden met elkaar vermengen (voetgangers, auto's, fietsers) ? Wij hebben daar veel meer over nagedacht dan de Amerikanen die zeer auto-minded zijn. Maar het is duidelijk dat dit langzamerahdn veranderd nu ook in de VS het milieubewustzijnvirus om zich heen begint te slaan. Over de gevolgen voor d everkeerstsromen wordt echter nauwelijks nagedacht. Dus ik stel voor: nodig jonge Nederlandse architectenbureaus uit om over alternatieve verkeersscenario's in New York na te denken. Maar voordat ik te hard van stapel loop met ideeën is het misschien beter om eerst een reactie van Kees af et wachten.
Met vriendelijke groeten, Bram Esser
Intelectual Stalking part I: Open Sollicitatie
Geachte heer van Twist
Hierbij wil ik u mijn diensten aanbieden als cultureel medewerker of persoonlijk assistent culturele zaken in New York. Momenteel ben ik werkzaam als freelance schrijver en onderzoeker op het gebied van architectuur, stedenbouw en stedelijke cultuur. Architectuur en met name het denken over architectuur is één van de belangrijkste culturele exportproducten van Nederland en ik denk daarom dat ik met mijn ervaring op dat gebied en met mijn brede filosofische achtergrond een goede inhoudelijke maar ook organisatorische bijdrage kan leveren aan uw werkzaamheden als
cultureel attaché. Als ambassadeur voor culturele aangelegenheden gaat het er niet alleen om het eigen cultureel erfgoed uit te dragen maar ook om te zoeken naar nieuwe culturele verbanden tussen Nederland en in dit geval de Verenigde Staten.
Vanuit mijn oorspronkelijke vakgebied, de sociale filosofie, is er een steeds grotere interesse ontstaan voor het fenomeen globalisering en de sociaal culturele effecten daarvan op onze samenleving. Welke gevolgen heeft de toename aan individuele mobiliteit voor de relatie tussen mens en plaats en tussen mensen onderling? Of misschien nog wel belangrijker: hoe denken we hier over na? In het publieke debat zijn vaak twee extremen te horen: enerzijds een lofzang op de vooruitgang en mobiliteit, anderzijds bestaat er een angst dat alles verloren gaat en dat mobiliteit slechts leidt tot vernietiging van identiteit. Daar heb ik in mijn scriptie een nuancering in proberen aan te brengen. Mobiliteit is niet per definitie een vernietigende kracht maar kan ook leiden tot nieuwe vormen van 'stedelijk samenwonen'. Daarbij lijkt toerisme één van de belangrijkste vehikels geworden om ons cultureel erfgoed te waarborgen. Een ontwikkeling waar we ons niet langer aan kunnen onttrekken, maar die we moeten benutten en in goede banen leiden.
Juist het zoeken naar de bemiddeling tussen het bestaande culturele erfgoed en de 'vooruitgang' hebben mij altijd gefascineerd. Een fascinatie die ook terug te vinden is in mijn werkzaamheden als freelancer. Zo raakte ik in 2004 als medeauteur en lid van het Onix team betrokken bij de ontwikkeling van een woonscenario voor de Veenkoloniën anno 2050. Dit in opdracht van de Stichting Innovatie Veenkoloniën (SIV). Juist het filosofische denkkader van waaruit ik de materie benaderde heb ik als een conceptueel voordeel ervaren. Het stelde mij in staat om, buiten het stedenbouwkundige jargon om, de discussie voortdurend op scherp te zetten.
Na deze uitermate positieve kennismaking met de praktijk en werkwijze van denktanks op het gebied van ruimtelijke ordening heb ik de afgelopen jaren voor verschillende architectuur en kunst instellingen onderzoek gedaan en teksten geschreven.
Die opdrachten varieerden van meer literaire stukken, zoals het scenario voor een graphic novel die begin volgend jaar verschijnt bij architectuurplatform GRAS te Groningen tot teksten voor tentoonstellingen bij kunst en architectuur instelling Stroom in Den Haag (Toekomstig Erfgoed).
Voor het Architectuur Instituut Rotterdam (AIR) heb ik voor de dag van de architectuur het eenmalige tijdschrift Lobby Rotterdam, de kunst van het binnenkomen, geproduceerd. Hierbij moesten kunst en design historici worden benaderd, interviews worden geregeld en adverteerders worden binnengehaald. In deze tijd heb ik mijn organisatie en acquisitie kwaliteiten kunnen ontwikkelen. Ten slotte denk ik dat het opzetten van onderwijsprogramma’s en de begeleiding van studenten tijdens mijn student-assistentschappen onder Prof. Dr. René Boomkens, raakvlakken heeft met het werk van de assistent van de cultureel attaché in New York.
Ik ben gaarne bereid om de inhoud van deze brief, alsook mijn Curriculum Vitae, nader toe te lichten in een gesprek.
Met vriendelijke groet,
Bram Esser
dinsdag 5 februari 2008
Over natuur en zelfmoord
“You look at that river gently flowing by. You notice the leaves rustling with the wind. You hear the birds; you hear the tree frogs. In the distance you hear a cow. You feel the grass. The mud gives a little bit on the river bank. It's quiet; it's peaceful. And all of a sudden, it's a gear shift inside you. And it's like taking a deep breath and going, "Oh yeah, I forgot about this." Al Gore (in film An Inconvenient Truth).
"Die eekhoorntjes zijn de enige reden dat ik nog geen zelfmoord heb gepleegd, iets wat ik uiteindelijk wel zal doen, maar die beestjes zorgen ervoor dat ik daar nog even mee wacht." Adriaan van Dis (tijdens winternachten festival, Den Haag 2008)
“(...) After months of ineffectieve and frustrating labour which had produced a set of of chapters so vapid in content and repulsive in style that I could not bear to read them, I was totally stalled. Suicide seemed to be the only answer; unfortunately it was an exceptionele lovely summer in Southern Vermont.” John Kenneth Galbraith (in The Great Crash 1929).
Oorlog en Stopverf
Jean-Christian Bourcart: "Collateral", een serie foto's van getraumatiseerde Irakese kinderen geprojecteerd op huizen en shoppingmalls in New York State (2005).
Over de vraag waarom hij betrekkelijk vaak naar oorlogsgebieden reist zei Arnon Grunberg vanmorgen in de Volkskrant het volgende: “Oorlog is uiteindelijk wat werkelijk ingrijpt in levens en wat levens veranderd. Als er gesproken wordt over verandering, waarover veel wordt gesproken, moet je toegeven dat wat werkelijk verandering teweeg brengt oorlog is. Zij het niet altijd in positieve zin.”
Rampen hebben de goede eigenschap om op genadeloze wijze de menselijke natuur bloot te leggen. Maar terwijl oorlogen, armoede en natuurrampen vaak zijn gebruikt als uitgangspunt voor een roman, lees je zelden iets over financiële paniek. Hierover verbaast ook John Kenneth Galbraith zich in The Great Crash. Hij zegt het te betreuren
dat het jaar 1929 vooral wordt gezien als het domein van de economie terwijl er een hoop andere dingen aan de hand waren waarover men zich kon verwonderen: ‘ In particular, it was one of those years that marvellously illuminate human motives and the very wellsprings of human behavior.’
Maar mocht Grunberg zich daarvoor interesseren, en waarom ook niet, dan hoeft hij in ieder geval niet de grens over want met een beetje geluk voltrekt die financiële ramp zich slechts tientallen blokken bij hem vandaan, in down town New York.
Vanmiddag had ik een gesprek bij bureau Optrek (www.optrektransvaal.nu) over een essay dat ik ga schrijven over een workshop waar een aantal genodigden gaan brainstormen over nieuwe ‘tijdelijke concepten’ voor de invulling van wijken die op de nominatie staan om te worden gesloopt. Ik ben benieuwd wat eruit komt. Iemand waarschuwde mij al dat kunst vaak wordt gebruikt als stopverf van de maatschappij.
Terwijl toegepaste kunst in de wederopbouwperiode nog onderdeel van het gebouw was, een gesammtkunstwerk vormde, lijken veel concepten nu eerder te gaan over stuc en plakwerk, een dichtsmeren van gaten en opvrolijken van sloopwijken door schilderingen op dichtgetimmerde huizen. Zo praten we over verandering en houden we elkaar net als met oorlog, lekker bezig. Zonder oorlog, rampen of herstructureringsplannen zouden we ons waarschijnlijk kapot vervelen. Terwijl creatieve broedplaatsen zich met Europese subsidies als kleurrijke fungi in verlaten fabriekspanden nestelt, is de oorlog buiten Europa het enige wat werkelijk verandering teweeg brengt. Zij het niet altijd in positieve zin, maar dat geldt ook voor kunst.
Over de vraag waarom hij betrekkelijk vaak naar oorlogsgebieden reist zei Arnon Grunberg vanmorgen in de Volkskrant het volgende: “Oorlog is uiteindelijk wat werkelijk ingrijpt in levens en wat levens veranderd. Als er gesproken wordt over verandering, waarover veel wordt gesproken, moet je toegeven dat wat werkelijk verandering teweeg brengt oorlog is. Zij het niet altijd in positieve zin.”
Rampen hebben de goede eigenschap om op genadeloze wijze de menselijke natuur bloot te leggen. Maar terwijl oorlogen, armoede en natuurrampen vaak zijn gebruikt als uitgangspunt voor een roman, lees je zelden iets over financiële paniek. Hierover verbaast ook John Kenneth Galbraith zich in The Great Crash. Hij zegt het te betreuren
dat het jaar 1929 vooral wordt gezien als het domein van de economie terwijl er een hoop andere dingen aan de hand waren waarover men zich kon verwonderen: ‘ In particular, it was one of those years that marvellously illuminate human motives and the very wellsprings of human behavior.’
Maar mocht Grunberg zich daarvoor interesseren, en waarom ook niet, dan hoeft hij in ieder geval niet de grens over want met een beetje geluk voltrekt die financiële ramp zich slechts tientallen blokken bij hem vandaan, in down town New York.
Vanmiddag had ik een gesprek bij bureau Optrek (www.optrektransvaal.nu) over een essay dat ik ga schrijven over een workshop waar een aantal genodigden gaan brainstormen over nieuwe ‘tijdelijke concepten’ voor de invulling van wijken die op de nominatie staan om te worden gesloopt. Ik ben benieuwd wat eruit komt. Iemand waarschuwde mij al dat kunst vaak wordt gebruikt als stopverf van de maatschappij.
Terwijl toegepaste kunst in de wederopbouwperiode nog onderdeel van het gebouw was, een gesammtkunstwerk vormde, lijken veel concepten nu eerder te gaan over stuc en plakwerk, een dichtsmeren van gaten en opvrolijken van sloopwijken door schilderingen op dichtgetimmerde huizen. Zo praten we over verandering en houden we elkaar net als met oorlog, lekker bezig. Zonder oorlog, rampen of herstructureringsplannen zouden we ons waarschijnlijk kapot vervelen. Terwijl creatieve broedplaatsen zich met Europese subsidies als kleurrijke fungi in verlaten fabriekspanden nestelt, is de oorlog buiten Europa het enige wat werkelijk verandering teweeg brengt. Zij het niet altijd in positieve zin, maar dat geldt ook voor kunst.
maandag 4 februari 2008
Het land van iets voor niets
Unemployed men vying for jobs at the American Legion Employment
Bureau in Los Angeles during the Great Depression.
We schijnen met z'n allen bang te zijn voor een economische recessie, ik zelf deel die angst niet, maar volgens mijn vriendin G leef ik buiten de werkelijkheid. Om te bepalen of we binnenkort te maken gaan krijgen met een beurskrach ben ik het beroemde boek The Great crash 1929 van John Kenneth Galbraith (de versie uit 1975) aan het lezen. Het is bijzonder leesbaar voor een 'buiten de realiteit staande economische nitwit' als ikzelf. Hij begint ermee te vertellen dat een goed begrip van de geschiedenis een betere preventie opleverd voor toekomstige rampen dan wetten en regels. Dat voorspelt niet veel goed want als we iets hebben geleerd van het verleden dan is het wel dat we er nooit iets van leren. Omdat ik best wel beniewd ben hoe groot Galbraith de kans op een beurskrach acht, blader is snel door naar het laatste hoofdstuk.
Nadat hij voorzichtig inleidend meldt dat er een hoop aan gedaan is om veel ellende te voorkomen, vooral op het gebied van wetgeving (waarvan hij in het begin dus al de functionaliteit in twijfel trekt) lees ik dat hij een herhaling van 1929 niet uit sluit: "Yet, in some respect, the chances for a recurrence of a speculative orgy are rather good. No one can doubt that the American people remain susceptible to the speculative mood – to the non-fiction that enterprise can be attended by unlimeted rewards in which they, individualy, were ment to share." (p.206)
Waar Gailbraith nog spreekt over de non-fiction van unlimted rewards daar was de toon van Abram de Swaan in de Volkskrant afgelopen weekend beduidend pessimistischer. Hij sprak over de iets-voor-niets-waan die in Amerika heerst: Het rotsvaste geloof in het stijgen van aandelen koersen '(...) ook al stonden ze in geen verband met de gerealiseerde winsten.' ( A de S. In de Volkrkant het Betoog zaterdag 2 februari 2008, p.1). De crash van 1929 had ondermeer te maken met een te grote discrepantie tussen de top vijf procent van inkomens in de VS en de rest. Er waren simpelweg te weinig mensen met besteedbaar kapitaal, waardoor het aanbod de vraag begon te overstijgen. Ook dat verschijnsel is momenteel in de VS waar te nemen zoals Abram de Swaan opmerkt: 'met hondentrouw heeft Bush de allerrijksten en de allermachtigsten gediend. En met succes. In geen vijftig jaar ging zoveel geld naar het meest vermogende percent van de bevolking en bleef er weinig over voor de rest." (A de S. In het Betoog zaterdag 2 februari 2008, p.1).
Maar in Amerika leeft de mentaliteit van de gok, de mogelijkheid van een ultieme sprong naar rijkdom als men maar offers wil brengen. Gailbraith schrijft dat een groeiende markt altijd de realiteit van rijkdom met zich mee kan brengen. Meer en meer mensen storten zich op de speculatieve markt. Abram de swaan hierover: "Iedereen rijk behalve de sufferds die niet meededen. De sukkels die zich op het laatst toch nog hebben laten verleiden, lijden nu het grootste verlies." (het Betoog 2 feb. p.1) Volgens Gailbraith beschikt iedere regering over tal van middelen om een economische boom (en de onvermijdelijke neergang in vorm van een marktcorrectie) te voorkomen of af te remmen maar zal die niet snel inzetten omdat het vaak gaat om impopulaire maatregelen die banen kan gaan kosten. Bovendien wordt ieder ingrijpen door de politiek vaak door de economische fundamentalisten afgestraft met de woorden dat er te weinig vertrouwen is in het zelfregulerende vermogen van de economie.
Gailbraith sluit zijn boek af met de laatste woorden: "Long run salvation by men of business has never been highly regarded if it means disturbance of orderly life and convenience in the present. So inaction will be be advocated in the present even though it means deep trouble in the future. Here, at least equally with communism, lies the threat to capitalism. It is what causes men who know that things are going quite wrong to say that things are fundamentally sound." (p. 210)
Abram de Swaan is positiever en gelooft in het mirakel van de democratie. Hij sluit af als een profeet met de woorden: "Wees gerust, ik voorspel u zware tijden, met uitzicht op verbetering. Maar niets voor niets." Ik vraag me af waar hij dat rotsvaste geloof in het zelfrijnigend vermogen van de democratie vandaan haalt. Wie zegt mij dat een vrouwelijke of zwarte president, eenmaal op het pluche van de macht, zich anders zal gaan gedragen dan Galbraiths 'men that know that things are going quite wrong' maar ondertussen blijven doen alsof er niets aan de hand is?
Bureau in Los Angeles during the Great Depression.
We schijnen met z'n allen bang te zijn voor een economische recessie, ik zelf deel die angst niet, maar volgens mijn vriendin G leef ik buiten de werkelijkheid. Om te bepalen of we binnenkort te maken gaan krijgen met een beurskrach ben ik het beroemde boek The Great crash 1929 van John Kenneth Galbraith (de versie uit 1975) aan het lezen. Het is bijzonder leesbaar voor een 'buiten de realiteit staande economische nitwit' als ikzelf. Hij begint ermee te vertellen dat een goed begrip van de geschiedenis een betere preventie opleverd voor toekomstige rampen dan wetten en regels. Dat voorspelt niet veel goed want als we iets hebben geleerd van het verleden dan is het wel dat we er nooit iets van leren. Omdat ik best wel beniewd ben hoe groot Galbraith de kans op een beurskrach acht, blader is snel door naar het laatste hoofdstuk.
Nadat hij voorzichtig inleidend meldt dat er een hoop aan gedaan is om veel ellende te voorkomen, vooral op het gebied van wetgeving (waarvan hij in het begin dus al de functionaliteit in twijfel trekt) lees ik dat hij een herhaling van 1929 niet uit sluit: "Yet, in some respect, the chances for a recurrence of a speculative orgy are rather good. No one can doubt that the American people remain susceptible to the speculative mood – to the non-fiction that enterprise can be attended by unlimeted rewards in which they, individualy, were ment to share." (p.206)
Waar Gailbraith nog spreekt over de non-fiction van unlimted rewards daar was de toon van Abram de Swaan in de Volkskrant afgelopen weekend beduidend pessimistischer. Hij sprak over de iets-voor-niets-waan die in Amerika heerst: Het rotsvaste geloof in het stijgen van aandelen koersen '(...) ook al stonden ze in geen verband met de gerealiseerde winsten.' ( A de S. In de Volkrkant het Betoog zaterdag 2 februari 2008, p.1). De crash van 1929 had ondermeer te maken met een te grote discrepantie tussen de top vijf procent van inkomens in de VS en de rest. Er waren simpelweg te weinig mensen met besteedbaar kapitaal, waardoor het aanbod de vraag begon te overstijgen. Ook dat verschijnsel is momenteel in de VS waar te nemen zoals Abram de Swaan opmerkt: 'met hondentrouw heeft Bush de allerrijksten en de allermachtigsten gediend. En met succes. In geen vijftig jaar ging zoveel geld naar het meest vermogende percent van de bevolking en bleef er weinig over voor de rest." (A de S. In het Betoog zaterdag 2 februari 2008, p.1).
Maar in Amerika leeft de mentaliteit van de gok, de mogelijkheid van een ultieme sprong naar rijkdom als men maar offers wil brengen. Gailbraith schrijft dat een groeiende markt altijd de realiteit van rijkdom met zich mee kan brengen. Meer en meer mensen storten zich op de speculatieve markt. Abram de swaan hierover: "Iedereen rijk behalve de sufferds die niet meededen. De sukkels die zich op het laatst toch nog hebben laten verleiden, lijden nu het grootste verlies." (het Betoog 2 feb. p.1) Volgens Gailbraith beschikt iedere regering over tal van middelen om een economische boom (en de onvermijdelijke neergang in vorm van een marktcorrectie) te voorkomen of af te remmen maar zal die niet snel inzetten omdat het vaak gaat om impopulaire maatregelen die banen kan gaan kosten. Bovendien wordt ieder ingrijpen door de politiek vaak door de economische fundamentalisten afgestraft met de woorden dat er te weinig vertrouwen is in het zelfregulerende vermogen van de economie.
Gailbraith sluit zijn boek af met de laatste woorden: "Long run salvation by men of business has never been highly regarded if it means disturbance of orderly life and convenience in the present. So inaction will be be advocated in the present even though it means deep trouble in the future. Here, at least equally with communism, lies the threat to capitalism. It is what causes men who know that things are going quite wrong to say that things are fundamentally sound." (p. 210)
Abram de Swaan is positiever en gelooft in het mirakel van de democratie. Hij sluit af als een profeet met de woorden: "Wees gerust, ik voorspel u zware tijden, met uitzicht op verbetering. Maar niets voor niets." Ik vraag me af waar hij dat rotsvaste geloof in het zelfrijnigend vermogen van de democratie vandaan haalt. Wie zegt mij dat een vrouwelijke of zwarte president, eenmaal op het pluche van de macht, zich anders zal gaan gedragen dan Galbraiths 'men that know that things are going quite wrong' maar ondertussen blijven doen alsof er niets aan de hand is?
zaterdag 2 februari 2008
Uitverkoop: Genocides van de twintigste eeuw nu met gratis pizzamaaltijd!
Als je er op begint te letten dan zie je het overal: Genocide is big business in de toerisme industrie. Terwijl het Auschwitz museum overduidelijk geen commercieel maar een educatief uitgangspunt heeft (er wordt bijvoorbeeld geen toegangsgeld gevraagd) wordt daar elders in de wereld wel anders over gedacht. Neem bijvoorbeeld de killingfields in Cambodja, waar tussen 1975 en 1979 door Pol Pot en de Rode Khmer 1.7 miljoen Cambodjanen zijn omgebracht. Veel overlevenden van omgekomen familieleden verdienen nu hun brood als gids. Ze vertellen dat kogels te duur waren om te gebruiken voor executies en daarom messen en bamboestokken veel gebruikelijker waren. Kinderen werden simpelweg tegen een boom kapot geslagen. Na de rondleiding over de killingfields kunnen toeristen schietles krijgen van bijbeunende soldaten.
Een menu kaart biedt keuze aan verschillende wapens en prijsklassen.
Het vermaarde, maar sterk ondergewaardeerde kunstenaarsduo Die Passievos maakten enige tijd geleden een schets voor een hoorspel over historische misverstanden. Een grap die dichterbij de waarheid lijkt te komen dan ze zelf hadden durven denken. (ps: Die passievos gaan tegenwoordig door het leven als de Porsche Poets en rijden, hoe kan het ook anders, in een Porsche door Europa om daar op festivals hun gedichten voor te dragen).
“Goedenavond, PizzaPizza, met mustafa”
“Goedenavond mijnheer, ik trof uw foldertje in mijn brievenbus. Klopt het dat ik bij u supersnelle Pizza’s kan bestellen?”
“Jazeker, dat klopt…”
“Fijn, dan ben ik bij u aan het juiste adres. Ik heb net uw menu even bestudeerd en nummer 43, de Pizza Buchenwald, spreekt me erg aan…. De geitenkaas met honing en basilicum, het water loopt me nu al door de mond. Maar ik zou ‘m dan wel graag zonder ansjovis willen, en dan met artisjok. Ik leef op een zoutarm dieet, moet u weten….”
“U weet dat zeker? Ik zeg altijd: de Buchenwald zonder ansjovis, dat is net zoiets als een Treblinka zonder paprika.”
“Welk nummer is dat?”
“45, twee naar boven, of naar beneden, het is maar hoe u het bekijkt.”
“Aha, ik zie ‘m, maar die Pizza Treblinka, is die vegetarisch?”
“Jazeker, vegetarisch en gemaakt met pure producten, biologisch geteeld, zoals in al onze pizza’s”
“Mooi. Leuke namen trouwens, die van uw pizza’s. Normaal gesproken zijn die namen zo voor de hand liggend. Een eenvoudige opsomming van de ingrediënten.”
“Ja, het schijnt iets van doen te hebben met het oude Griekenland, maar het fijne weet ik er niet van. Daarvoor zit ik nog niet lang genoeg in het vak.”
“Griekenland…, god, wat grappig. Ik heb altijd gedacht dat pizza’s uit Italië kwamen.”
“Nee, nee meneer, dat is veel gehoord misverstand. Pizza’s zijn authentiek Grieks. Ze zijn overgeleverd, zeg maar…. Zal ik er trouwens een Dachau salade bij doen? Die is nu in de aanbieding.”
“Dat lijkt me een uitstekend idee. Fijn dat u zo met me meedenkt, dat soort mensen vind je niet zo veel meer tegenwoordig. Het is allemaal zo hard en kortaf.”
“Alsof ik mijzelf hoor praten. Onze maatschappij gaat inderdaad met sprongen achteruit, zoveel rottigheid in de wereld, zo weinig respect. Jammer hoor…
Maar ik maak graag nog even van de gelegenheid gebruik om u te wijzen op de Breitenau deegrolletjes. Die zijn ook bijzonder smakelijk en combineren uitstekend met de salade.”
“Nou, omdat u zo aandringt…”
“De Dachau salade hebben we onlangs aan ons assortiment toegevoegd en het loopt als een trein, zonder rails dan.. De knapperige croutons in combinatie met de chorizo, courgette en aubergine maken het tot een bijzonder smakelijk geheel. Het is een beetje de verstopte verassing van onze menukaart, de speld in de hooiberg, een ware smaaksensatie.”
“U maakt me nieuwsgierig…”
“En u weet wat de beste afsluiting is van een goede pizzamaaltijd…?”
“Heeft het ook iets te maken met het oude Griekenland?”
“Nee, dat is de grap. Helemaal niets zelfs. Grieken deden niet aan toetjes. Dat vonden ze ordinair. Maar de pizzamaaltijd heeft zich in de loop der tijd natuurlijk geëvalueerd. Iedere cultuur heeft er zo zijn of haar dingetjes aan toegevoegd. Vooral de Italianen waren daar goed in. Vandaar ook die misvatting. Maar ik zal u niet langer in spanning laten. Beschikt u over een goede koffiezetter?”
“Jazeker, zonder koffie geen leven hé… haha”
“Haha, een juiste constatering, wij zitten op één lijn meneer. Ik verzeker u: een kopje koffie met een Ravensbruck Torte……..het is als….. ja als iets wat u nog nooit geproefd heeft”
vrijdag 1 februari 2008
Holocaust Simulacrum
Een holocaust praalwagen met uitgemergelde lijken. Het getuigt van slechte smaak maar past wel goed in de optocht van dit jaar dat het thema ‘huiveringwekkend’ heeft meegekregen. Paulo Barros, bedenker van de praalwagen vond alle ophef dan ook overdreven en zei dat de holocaustkar bedoeld was om mensen eraan te herinneren wat er gebeurd is. Bovendien zou de wagen verder heel sober blijven omdat er geen half naakte dames aan te pas zouden komen: “Het zou pas respectloos zijn als we danseressen op de lijken zouden laten dansen", zei Paulo Barros die vast van plan is de wagen te laten rijden, aankomende zondag. De wagen van Barros past uitstekend in de hedendaags kunstopvatting van collage en pastische: hergebruik en recycling van het verleden.
Eerder werden al praalwagens uit Braziliaanse carnaval gehouden waarop een copulerende Adam en Eva te zien waren. De katholieke kerk kon niet toestaan dat hiermee condoom gebruik werd gepropageerd. Over de kar van Barros hadden ze geen mening.
Abonneren op:
Posts (Atom)