Ik ben vanavond begonnen met het lezen van Homo Ludens van Johan Huizinga. Het is een van de meest vertaalde cultuurwetenschappelijke werken van Nederland. Zijn concept dat aan alles een spel ten grondslag ligt, spreekt me aan: ‘Wij spelen, en weten, dat wij spelen, dus wij zijn meer dan enkel redelijke wezens, want het spel is onredelijk.’
Het spel is onredelijk en daarom kan er waarschijnlijk cultuur ontstaan uit het spel omdat het iets anders doet dan rationeel redeneren, het spel zet toeval in als deel van het cultureel maatschappelijk proces. Het spel is misschien ook de reden dat de meeste bank medewerkers of hooggeplaatste functionarissen uit het bedrijfsleven uiteindelijk niet frauderen of de regels met voeten treden. Het gaat hen ook om het spel, niet om de knikkers.
Overigens is het verontrustend dat het begrip Homo Ludens eerst door de Provo's en Kabouters in de jaren zestig werd opgepikt en later z'n weg vond in de creatieve therapie. Creatieve therapie - ik weet zeker dat Huizinga dit ook vindt- is een lagere vorm van spelen.