vrijdag 6 april 2012

Mangaan



We hebben gisteren zo’n twaalf uur doorgebracht in het publieke transport van Kumasi naar Tarkwa. We zijn zeven keer overgestapt waarvan de laatste twee keer in een bush taxi met drie jonge priesters. We zaten dus met z’n zessen in een auto, terwijl we door het land van de Galamsey-mensen reden. Galamsey staat voor ‘gather and sell’ en de mensen die dit doen zijn kleine goudzoekers die als eenmansbedrijf overal in het landschap gaten graven en die na een tijdje weer verlaten. Zo ontstaat er langzamerhand een maanlandschap.

Inmiddels zijn we aangekomen bij de mangaanmijn waar we zeer hartelijk zijn ontvangen door Duncan, een van de projectleiders hier. We verblijven in een bijna 100 jaar oud huis van hout. Volgens Duncan worden de Galamsey mensen van materiaal voorzien door de Chinezen die net doen alsof ze dit weggeven als een vorm van ontwikkelingssamenwerking maar in werkelijkheid worden ze betaald in goud. Het is illegaal om op deze manier goud te zoeken, maar de politieke belangen zijn veel te groot, dus wordt het toegestaan.