Zondag bezocht ik een tentoonstelling in het GEM, museum
voor actuele kunst in Den Haag. Er was werk te zien van Matthew Day Jackson.
Indrukwekkende sculpturen en collages. Er waren veel schedels die soms de
geodetische structuren van Buckminster Fuller vertoonden. Hij combineert hele gepolijste materialen met ruwe onbewerkte materialen en alles refereert aan elkaar. Het
werk is misschien nog het beste te omschrijven met een begrip als ‘episch’. Je
zou het een vorm van toekomstarcheologie kunnen noemen. Ik was daar eigenlijk
voor de foto’s van Pieter Hugo, ik wilde mijn ervaringen op de afval site
Agbogbloshie graag spiegelen aan zijn foto’s met de tittel ‘permanent error’ die daar genomen zijn. Ik
stelde me zo voor dat die foto’s ook een vorm van toekomstige archeologie zouden
kunnen zijn, maar dan van de toekomst die we nu aan het leven zijn. Het waren vooral esthetisch geslaagde foto’s. Misschien is dat ook wel het probleem van fotografie, het is vaak te glad en te mooi en dus pathetisch. Op zijn minst 1 foto van de 'Permanent Error' reeks scoorde het maximaal aantal punten op de schaal voor emo-fotografie zoals liefdadigheidsorganisaties die graag maken.
Terwijl de complottheorieën van Matthew Day Jackson iets
zeggen over de aard en noodzaak van complottheorieën en daarom zelfreflexief zijn,
ontbreekt die zelfreflexiviteit volledig bij Hugo, behalve dan misschien in
zijn autobiografische werk en de foto’s van zijn vrienden. Wie de context van de afvalsite kent, die mist die context natuurlijk bij het zien van de foto's.