dinsdag 23 september 2008
Hij had geen eigen geld
De geldstroom richting mijn bankrekening is zo goed als opgedroogd. Oké, hij is geheel opgedroogd. Daarom werd het tijd voor drastische maatregelen. Zodoende kwam het dat ik gisteren om kwart over acht aanbelde bij een bedrijf in Rijswijk dat zich Dedicon noemt. Ik had een afspraak met Kees Boon, supervisor audioproductie voor mijn stemtest. Dedicon, ik weet niet waarvoor het staat, maakt luisterboeken voor blinden en andere geïnteresseerden. Aan de telefoon had Kees Boon gevraagd of ik acteerde. Of nee, het ging anders. Hij zei dat ze al heel veel aanmeldingen hadden gehad en dat ze nu alleen nog maar mensen wilden testen die al enige acteerervaring hadden en hij vervolgde: ’Ik hoop dus dat jij me nu gaat zeggen dat je acteer ervaring hebt.’ Omdat ik mensen niet graag teleurstel heb ik maar ja gezegd. Ik kreeg een tekstje opgestuurd waar ik een beetje mee mocht oefenen. Het bleek om een fragment te gaan uit het boek doodsklokken van de Zweedse schrijfster Kerstin Ekman en begon zo: ”Pelle märd was alleen thuis. Hij had geen eigen geld en hoefde dus ook nergens zijn handtekening onder te zetten. Zijn vader was van mening geweest dat het voor hem geen zin had om mee te gaan naar de stad en naar de bank.”
Bij aankomst mocht ik meteen beginnen. Kees zei tegen me dat ik het maar zo spannend mogelijk moest brengen. Ik ben bang dat mijn stem van de spanning oversloeg. Aangezien er maar tien voorlezers worden aangenomen van de zestig aanmeldingen, kunnen we deze poging alvast bijschrijven in het kerkhof van pogingen tot arbeidsparticipatie. Zo reed ik weer terug naar Den Haag zinnend op een manier om nou toch eindelijk eens door te breken. Ik wist dat het elk moment kon gebeuren, maar wanneer? Op de Rijswijkse weg werd ik midden in mijn strategische overpeinzingen tot het sterdom aangehouden door een agent. Hij scheen de onbedwingbare behoefte te hebben mij te bekeuren voor het rijden zonder licht, maar het drong nauwelijks tot me door. Ik zei alleen maar: ‘Hij had geen eigen geld en hoefde dus ook nergens zijn handtekening onder te zetten.’