-->
-->
Jonathan Sperber heeft een
biografie geschreven over Karl Marx waarin Marx wordt neergezet voor wat hij
is; geen moderne denker maar een negentiende eeuwse Duitse filosoof wiens
denken sterk bepaald is door de Franse revolutie. Lees hier
de uitstekende bespreking van John Gray op de website van de New York
Review of Books. Ik heb er nooit zo bij stilgestaan dat het gedachtegoed van
Marx in feite een vreemde mix is tussen Darwinisme en historisch determinisme.
Terwijl Darwin de ontwikkeling van de soorten heeft voorgesteld als de uitkomst
van willekeur, wil Marx daar natuurlijk niets van weten. Kapitalisme is een fase in de geschiedenis
volgens hem, dat zichzelf zal opvreten waarna een hele nieuwe wereld zal
ontstaan. Overigens heeft Marx'
tijdgenoot Herbert Spencer het begrip 'the survival of the fittest' juist
bedacht om een 'laiser faire' kapitalisme te verdedigen (het komt dus niet van
Darwin).
Sperber zet Marx weg als
een irrelevante denker met een tamelijk eclectische serie ideetjes. Hier gaat
Gray tegenin. Het magische denken van Marx waarbij de belofte van een absolute
breuk met het verleden de hoofdrol speelt zie je ter linker en rechter zijde
nog steeds terug. Žižek en Hayek zijn de vertegenwoordigers van dat soort
denken ter linker en rechter zijde. Dat het om een verkeerde voorstelling van
zaken gaat, wil nog niet zeggen dat het niet uiterst populair gedachtegoed is
en dus invloedrijk.
‘The renewed popularity of
Marx is an accident of history. If World War I had not occurred and caused the
collapse of tsarism, if the Whites had prevailed in the Russian Civil War as
Lenin at times feared they would and the Bolshevik leader had not been able to
seize and retain his hold on power, or if any one of innumerable events had not
happened as they did, Marx would now be a name most educated people struggled
to remember. As it is we are left with Marx’s errors and confusions.’
Marx is een geschiedkundig
ongelukje, zijn gedachtegoed kreeg betekenis door de gebeurtenissen in de
wereld. Het is dus niet zoals bij Kant of Hegel dat de filosofie op zichzelf
ook nog waarde heeft. Het is eerder een typisch negentiende eeuws vooruitgangsgeloof. Dat een figuur historisch momentum krijgt terwijl diens gedachten in
feite kitcherig zijn, zien we natuurlijk voortdurend op grote en kleine schaal
terug. Neem Geert Wilders. Nu de mediahype van de migratiepolitiek voorbij is,
kan je stellen dat hij bijna vergeten is. Ook Wilders is een filosoof van het
beloofde land, hij vertegenwoordigde de belofte van een Nederland dat ooit zou
hebben bestaan en waar we weer naar terug kunnen keren. Het idee dat je als
samenleving uit de geschiedenis kan vallen, dat dan alles ineens rustig wordt
en dat mensen dan alleen nog maar aquarel schilderijen maken en aan zichzelf
werken, is een aantrekkelijk idee voor sommigen, maar het geeft ons weinig
middelen in handen om met de weerbarstige werkelijkheid om te gaan.