Vandaag werd het fort aangevallen. Niet door soldaten, voor moderne oorlogsvoering is deze stelling altijd te laat geweest. De aanval kwam van een veel oudere vijand, een vijand die ze in de Haarlemmermeer al bijna vergeten waren, die ze dachten te hebben bedwongen; de natuur. Om preciezer te zijn, de wind. Het water mogen ze hier dan onder de duim hebben, het geweld van de wind stort zich de laatste dagen met regelmaat op dit bolwerk, het speurt de oppervlakte af opzoek naar een ingang en opzoek naar een plek om de boel open te breken van binnenuit op te blazen. Geef de wind een vinger en het is gebeurd. Dat bleek vandaag. Een glazen deur die net niet helemaal goed stond klapte met een daverende klap aan gruzelementen. ‘Ik zag het als een vertraagde waterval in duizenden stukjes naar beneden komen,’ zei Marjan die op dat moment wacht liep.
Het was prachtig dat glas, het was als een berg sprankelend kristal en ik liet daarom niet toe dat het werd weggegooid. Mijn verblijf in het fort moet iets opleveren, er wordt van mij een bijdrage verwacht aan de tentoonstelling Stellingname. Als schrijver voel ik mij een beetje onthand op een expositie. Ik doe onderzoek en verzamel verhalen over het landschap, maar die worden een keer uitgesproken en zijn verder niet zichtbaar in de ruimte. Ik heb behoefte om iets te maken dat mensen aanspreekt, iedere keer dat ze er naar kijken. Niet ik moet praten, maar de dingen moeten voor zichzelf praten. Zo is het. De gebroken deur is een geschenk uit de hemel, het is gefundenes fressen, materiaal dat zich aandient om gebruikt te worden. Ik ben de brenger van geluk, ik geef u het gebroken glas.
Het was prachtig dat glas, het was als een berg sprankelend kristal en ik liet daarom niet toe dat het werd weggegooid. Mijn verblijf in het fort moet iets opleveren, er wordt van mij een bijdrage verwacht aan de tentoonstelling Stellingname. Als schrijver voel ik mij een beetje onthand op een expositie. Ik doe onderzoek en verzamel verhalen over het landschap, maar die worden een keer uitgesproken en zijn verder niet zichtbaar in de ruimte. Ik heb behoefte om iets te maken dat mensen aanspreekt, iedere keer dat ze er naar kijken. Niet ik moet praten, maar de dingen moeten voor zichzelf praten. Zo is het. De gebroken deur is een geschenk uit de hemel, het is gefundenes fressen, materiaal dat zich aandient om gebruikt te worden. Ik ben de brenger van geluk, ik geef u het gebroken glas.