Ik was in de weer met kruipolie om mijn vastgeroeste fietszadel los te wrikken toen de buurman kwam aanwaaien. Hij vertelde dat de woonbond had geconcludeerd dat de woningen aan de Westindische kade niet voldeden. Daar heb ik nooit wat van gemerkt, maar dat maakte hem niks uit. Hij ging proberen om huurverlaging te krijgen bij de corporatie. Ik wenste hem succes en ging verder met het schijnbaar zinloze gepruts aan mijn zadel. Een Hindoestaanse man die heel leuk Jamiroquai in zijn auto had zitten draaien met de deuren open, kwam nu naar mij toe om te zeggen dat mijn buurman een gaatje in zijn hoofd had. Zijn vriendin was door hem bedreigd en geslagen. ‘Ik kan niks doen,’ zei de Jamiroquai fan, ’want ik heb zelf problemen gehad met de politie en voordat je het weet zit je weer in het gevang.’ ‘Dat is zo,’ zei ik en hing met mijn hele gewicht aan de muurvaste zadel pen.
Hij begon vervolgens over de wietkwekerij op de derde verdieping en het feit dat ze al hun afval in de tuin van zijn vriendin gooien. ‘Dat is de reden dat wij die tuin niet onderhouden, er liggen daar ook heroïnespuiten.’
‘Ik dacht dat heroïne iets uit de jaren tachtig was,’ reageerde ik en liet een kreun van krachtinspanning ontsnappen. Het leek erop dat ik de fiets moest opgeven.
‘Het kan ook van iets anders zijn,’ mompelde de Hindoestaan. We bespraken nog even de negen Afghanen die de woningbouwcorporatie in een schamel appartementje had gestopt op de vierde en dat dit de bewoners veel overlast bezorgde. Ik had ze wel gezien. Op straat lopen de vrouwen tien meter achter de mannen. Hoe ze dat doen in de mini appartement met zijn allen, is mij een raadsel. Het is allicht beter dan de Taliban.
Ik rechtte mijn rug en zei de man gedag. De kruipolie had weinig effect gehad. Er waren wellicht grotere problemen in de wereld dan mijn zadel, maar ik houd het graag klein. Ik groet de Afghanen vriendelijk, vraag de wietkwekers naar de oogst en zal mijn buurman morgen vragen of het nog gelukt is met die huurverlaging. Ook zal ik morgen nog maar eens proberen of ik nog wat kruipolie tussen het ijzer van de zadelpen krijg. Vaak is het een kwestie van geduld.