Een hagedis zit op het hete beton voor het huis en beweegt een paar keer achter elkaar zijn hoofdje op en neer. Ze zeggen hier dat hij aan het bidden, maar hij rust uit. het bewegen van zijn hoofd helpt hem de warmte kwijt te raken. Daarna gaat hij verder met hetgeen hij al de hele dag aan het doen is; het achternazitten van een vrouwtjeshagedis. Een vrouw die hier ook woont en vermoedelijk op het huis past is bezig het beton te vegen met een bos twijgjes, haar vijf jarige dochter veegt mee. Overal ligt stof. We zijn aan het einde van het droge seizoen, de prijs van groente heeft een record hoogte bereikt, en het stof ligt op sommige plekken vuist dik op onverharde wegen. Het zijn wegen waar chauffeurs liever niet overheen rijden omdat dan de radiator verstopt raakt en daarom lopen we het laatste stuk naar huis. In de gevel van ons huis staat Christ the King gegraveerd in grindtegels. Onze kok is naar de kerk vandaag, maar vanmorgen heeft ze nog pannenkoeken voor ons gemaakt. Het geloof zit de Ghanezen diep in de botten gedrongen. Voornamelijk protestanten en alle variaties daar op. Onze hoofdingenieur, dokter Wacu, hangt het penticostals geloof aan. Een van de kenmerken van die religie is dat ze geloven dat je iets kan omdat God je het talent heeft gegeven het te kunnen. Je hoeft er verder niet voor naar school. Vorig jaar maart waren we in het dorpje Winneba, nabij Accra, op bezoek bij iemand die zich de apostel noemt.De apostel was toen niet thuis (lees de post hier). Ook hij is een aanhanger van dit geloof en de mensen denken dat hij van God het talent heeft gekregen om een vliegtuig te bouwen. Ik schreef toen dat het vliegtuig lijkt op een suv met vleugels. Het rijdt rond, en steekt als een hagedis zijn neus in de lucht, maar van opstijgen is geen sprake. De meeste mensen die we daarover spraken vonden dat een bijzaak. De hoofdzaak is dat je geloofd in de mogelijkheid van een vliegtuig.