dinsdag 18 december 2012

De vale gier in Nederland

 
De vogel vliegt hoog. Het is een grote vogel met een vale kop. Hij is onbekend in deze contreien, hij hoort hier niet thuis. Zijn spiedende oog graast het landschap af. De geur die het beest heeft opgevangen heeft hem in z'n greep en als hij het ziet, als hij de bron heeft gefixeerd, begint hij te dalen in grote cirkels en als er iemand beneden zou staan dan zou diegene niet kunnen geloven wat hij ziet want vogels met een dergelijke spanwijdte heb je hier niet en hij zou denken met een exotisch exemplaar van doen te hebben. En dat is ook zo. Maar er is niemand die omhoog kijkt op dat moment. Als de vogel lager komt en de contouren van een bos zichtbaar worden, niet ver van het meer dat daar als een gat in de aarde de suggestie wekt dat als je omlaag vliegt je eigenlijk omhoog gaat, zien we misschien wat de vogel ook heeft gezien. En misschien willen we er nog niet aan denken en maken we onszelf wijs dat het nog moeilijk te zeggen is wat er bij de boom is gebeurd. De oude eik. Als de vale gier, want dat is hij, een vale gier uit Afrika, is geland, als hij luidt klappend met zijn vleugels een eind van de grote eik is neergekomen, zien we dat er iemand aan de boom is geknoopt. Die persoon heeft zichzelf opgehangen. De vogel heeft zijn kop gefixeerd op het karkas dat daar al enige uren moet hangen. En als de gier voor zichzelf heeft besloten dat de kust veilig is fladdert hij enigszins lomp en onhandig naar het lichaam en zet zijn klauwen op een schouder alvorens met zijn zware snavel als een bijl tussen de ribben zet. De vogel is alleen en er zijn geen andere mensen en wij zien hoe de kop in de buik verdwijnt en ingewanden naar buiten sleurt. Het is alsof hij een koffer uitpakt waarvan alle kleren in elkaar zijn gedraaid.  Zo nu en dan verliest het beest zijn evenwicht en maakt dan een soort noodlanding naar de voet van de boom. In zijn snavel hangen bloedrode slierten uit de menselijke koffer die hij  naar beneden sleurt en aldaar naar binnen slokt. Tot hij weer omhoog fladdert en doorgaat met zijn werk.De koffer is nog lang niet uitgepakt.