donderdag 26 mei 2016

Eixample revisited

eixample-barcelona8
Stedenbouw werd ooit populair in de negentiende eeuw om volksgezondheid te bevorderen. ‘Er moet meer lucht en licht in de stad,’ zei stedenbouwkundige Houssmann over zijn plannen voor Parijs, al waren er ook boze tongen die beweerden dat die brede boulevards ook erg geschikt waren om orde troepen op de been te brengen. In Barcelona kwam er ook een plan voor de verbetering van de volksgezondheid. Een stadsuitbreiding Exiample geheten met opengewerkte stadsblokken waarin zich parken zouden ophouden. Malafide projectontwikkelaars bouwden de blokken vol en de starten werden al snel gedomineerd door auto’s. Nu is Barcelona van plan om de Exixample alsnog van auto’s te vrijwaren. Dit lees ik in een artikel van de Guardian: ‘In Eixample, a superblock will consist of nine existing blocks of the grid. Car, scooter, lorry and bus traffic will then be restricted to just the roads in the superblock perimeters, and they will only be allowed in the streets in between if they are residents or providing local businesses, and at a greatly reduced speed of 10km/h (typically the speed limit across the city is 50km/h, and 30km/h in specific areas).’
De overheid geeft zelf aan dat ze meer ruimte willen teruggeven aan voetgangers en fietsers zoals in het oorspronkelijke plan valt te lezen. Vooruitgang betekent in sommige gevallen dat je teruggaat in de tijd.

woensdag 18 mei 2016

Scherpte


Roza_Shanina



'Het geheugen loopt als een hond aan de ketting van de tijd,’ schrijft Svetlana Alexijevitsj in haar epos over oorlog en vrouwen (voor ‘De Oorlog heeft geen vrouwengezicht’ kreeg ze de Nobelprijs). Alexijevitsj heeft het over de werking van het geheugen en ze beweert dat vrouwen dingen anders herinneren dan mannen. Een beetje te vergelijken met foto's en lichtsterkte die nodig is om scherpte te krijgen. Vrouwen hebben scherpere foto's omdat ze oorlog veel beter zien als wat het is; moord. Omdat vrouwen baren vinden ze het verschrikkelijk om te doden. Alexijevitsj schrijft over die verschrikkingen. Ze doet dat in prachtige zinnen. 'Ze zijn ook verliefd op wat hun is overkomen, want het was niet alleen de oorlog maar ook hun jeugd, hun eerste liefde.' 

dinsdag 17 mei 2016

Havenbaron


‘Kijk dat ben ik met lang haar,’ zegt havenbaron Harm Post in zijn kantoor wijzend op een oude krantenfoto uit de jaren zestig. ’Er is voor jou dus misschien ook nog wel hoop.’ Mijn haar zit niet bepaalt in een scheiding en was opgewaaid omdat je wordt omspoelt door rukwinden in Delfzijl. Ik zit in het kantoor van de havenbaron om hem te interviewen over hoe het is om havenbaron te zijn. Dat is best leuk als je zijn kantoor ziet met uitzicht op de Eemsmond. Hij heeft ook een flipperkast. Naast de flipperkast hangt de score van mensen tegen wie hij geflipperd heeft. Henk Koop, CEO van Koop Tjuchem staat op nr 51. 'Dat zal hij niet leuk vinden,' gniffelt Harm Post. Zelf staat hij natuurlijk bovenaan.

zondag 15 mei 2016

Slapsick

Een vriend had mij vanavond uitgenodigd om mee te gaan naar Het Gelukzalige van Van Warmerdam. Het gaat over een bende zakkenrollers en hun onderlinge drijfveren en intriges. Het is absurd theater en het wordt haast slapstick op sommige momenten, behalve dan dat slapstick vaak ook pijn doet en melancholisch stemt. Wat je er ook van kan zeggen, echt pijnlijk wordt het nergens. De gesprekken over hoe de roverhoofdman zich voelt en dat hij zegt een vermoeden te hebben dat er een groep ruiters achter hem aanzit, zijn erg goed. ook het stilistische karakter beviel me wel. Er zaten overigens een hoop zenuwachtige mensen in de zaal die erg moesten lachen en meeleven. Sommigen leken op het punt te staan om commentaar te leveren. Dat was best irritant, maar wellicht zijn het juist deze pure zielen die zo’n toneelstuk veel intenser ervaren en er helemaal in opgaan (een beetje zoals in de tijd van Shakespeare).  Mijn vriend heeft deze mensen op de eerste rij nog bestraffend toegesproken. Hij deed het met overtuiging en ze schrokken hiervan. Zo ging het toneelstuk een stukje verder na het applaus. 

donderdag 12 mei 2016

De robbenjagers van het wad



‘Je moest bij het villen van de huid goed opletten dat er geen vet achterbleef, dat zou problemen opleveren bij het looien. Met een vin ging je naar het gemeentehuis om er een premie mee op te halen. Van het vet werd levertraan gemaakt.’ Dit vertelde Siewert Meijer mij in Noordpolderzijl.'Soms gingen ze twee keer met dezelfde vin.'  Hij is zelf garnalenvisser geweest. De zeehond werd tot in de jaren zestig gezien als schadelijk wild en dat mocht afgeschoten worden. Gelukkig maar, zou je haast denken, nu de zeehond wordt doodgeknuffeld. Het is toch een prachtig plaatje hierboven; the hatefull seven van het wad. 

woensdag 11 mei 2016

Dominoschapen

Ik loop over een langgerekte knik in de ruimte. Links van mij bevindt zich de vlakte van het wad. Rechts van mij liggen dominoschapen op de dijk. Als ik knik staat er een schaap op. Ook als ik niet knik doen ze dat. Het is net alsof ze elkaar aansteken zoals dominostenen dat doen. Ondertussen verzamel ik plukjes wol tegen de pijn. Ik stop ze onder de hengsels van mijn rugzak omdat ze diepe striemen maken in mij nek. Een hele dag op de knik met alsmaar die lijnen die samenkomen aan de horizon, daar ergens ligt de toekomst. Tegen de wind in. Vanavond slaap ik wellicht op een kussentje van wol.

kamperen bij de boer

‘De boeren zitten heel erg in het nu,’ zegt Sjors een man van eind zestig met golvende grijze haren. Hij en zijn vrouw zijn de enige andere mensen op de camping Bie Diek. Dat van die boeren in het nu hadden we gemerkt. Tot 's avonds laat rijden ze met zware machines over het land en vanochtend waren ze ook al weer vroeg begonnen om aardappels te poten. ‘Het is nu droog, dus het moet nu gebeuren,’ zegt Sjors. ‘Ze transformeren dat landschap in no-time.’ Sjors vindt de landbouwmachines fascinerend en hij kan ook met smaak vertellen over de snelheid waarmee een megaboerderij in elkaar wordt geflanst met prefab onderdelen. ‘Vroeger waren de boeren tegen elkaar aan het opbieden door de mooiste boerderijen neer te zetten en de grootste baksteen schuren, dat is nog steeds het geval,’ zegt Sjors.'Alleen nu met loodsen.'

dinsdag 10 mei 2016

De fietsende weduwe

We gingen bij Lauwersoog de dijk op. Er stond een bordje op het hek. Betreden van de dijk was voor eigen risico. Geen idee wat daarmee bedoeld wordt. Wellicht dat er verraderlijke rukwinden kunnen plaatsvinden. Onderweg op de dijk kwamen we een weduwe tegen die elke dag een stuk fietst. Ook als het waait of regent, fietst ze daar op eigen risico. Ze geniet van de het landschap. 'De kwelder vind ik fantastisch.' Ze woont in Lauwersoog, het fietsen biedt afleiding. Zeker nu de pleegkinderen net uit huis zijn en de sombere gedachtes weer terugkomen. Ze rijdt op een elektrische fiets, maar die zet ze naar eigen zeggen nooit aan. Ze wil haar hoofd leeg maken en de pijn wegtrappen.

vrijdag 6 mei 2016

Koosjere worst

De boekpresentatie Moedervlekken van Arnon Grunberg vond plaats op de afdeling psychiatrie van het AMC. Overal op tafel stond koosjere worst. Het zag er ambachtelijk uit. Er waren ook Tibetaanse hapjes, maar omdat ik veel klets was ik te laat voor de hapjes. Ik denk altijd dat je veel moet netwerken op dit soort gelegenheden. Deze man leek me een intellectueel, misschien zelfs een uitgever. Na een halfuur kwam ik erachter dat hij iemands chauffeur was. Toen waren de Nepalese hapjes op en hebben we samen een worstje gedeeld. Ik ben dan wel vegetarisch, als het koosjer is ben je al voor de helft op het goede pad. 

dinsdag 3 mei 2016

De informele snelweg

Een vriend attendeerde me op dit berichtje op de NOS site.
‘Christina Wagner kocht in 2009 een leegstaande 'Raststätte' langs de A9 in de deelstaat Thüringen. Maar het restaurant had al jaren geen vergunning meer, dus toen ze het opende, stak de deelstaatregering daar een stokje voor. De Thüringer autoriteiten bouwden een hek om het gebouw om te voorkomen dat automobilisten er zouden kunnen komen. Wagner bleek echter niet voor één gat te vangen: ze begon haar braadworsten gewoon door het hek heen te verkopen.’
De snelweg heeft door zijn gigantische omvang vaak een informeel karakter. Het system is te groot om in de gaten te houden. Je weet niet wat mensen er allemaal uitspoken en als je het al weet dan doe je er niks aan omdat het juridisch getouwtrek oplevert. Dit is daar een mooi voorbeeld van. In Nederland heb ik in 2009 een voorbeeld gevonden van mensen die illegaal caravans verhuren op een gekraakt stuk gemeente groen.

maandag 2 mei 2016

De keuken van God

Heilige Johannes de Doper in de wildernis
Een vlezige plant staat als een in zichzelf gekeerde wereld naast Johannes de Doper. Het gebeurt voortdurend op de doeken van Jeroen Bosch in de prachtige tentoonstelling in het Noord Brabants Museum. Een doek bestaat vaak uit een opeenstapeling van microwerelden. Details van details. Deze eilanden van gebeurtenissen hebben volgens mij 
te maken met ons nietige menselijke perspectief op de wereld. We hebben geen overzicht. Soms ziet een heilig wel eens wat, een wonder in zijn ooghoeken. Een blauwe engel die opdoemt uit een blauw landschap dat verder weg ligt, waarvan je weet dat het er is, maar waar je niet naar kijkt. Een andere wereld.  Als we naar een schilderij van Jeroen Bosch kijken, dan zien we de keuken van God met Jeroen Bosch als creatieve chef die een grote variatie aan spannende combinaties op tafel tovert.

zondag 1 mei 2016

Waar is het douchegordijn ?

Soms zou je wel eens in het hoofd van architecten willen kijken die de inrichting van de publieke ruimte verzorgen. Wat bezielde deze ontwerper in Den Bosch om een cirkel op pilaren boven het plein te laten zweven? Er zullen wel lampjes inzitten, maar je vraagt je direct af waar het douchegordijn is. Bij nadere inspectie zag ik dat het winkelcentrum Arena wordt genoemd en net onder het bord met New Yorker ziet u nog een glimp van een bronzen beeld. Dat is de lelijkste stier die ik ooit gezien heb. Het geheel moet dus een verwijzing zijn naar een stierenvechtersarena. De openbare ruimte moet uitnodigen om anekdotes op te doen, maar moet zelf juist niet anekdotisch worden.