De Verleidingen van de heilige Antonius hypnotiseerde me
haast. Ik had nog niet de vliegende man met de ladder ontdekt of mijn oog werd
getrokken door de vleeshomp waarin een dolk was gestoken en waaruit twee benen
groeiden die in een enkele schoen staken. Voor mij stond een zwerm kleine
Spaanse vrouwtjes. Ze kwekten wel, maar ik keek er gemakkelijk overheen. De
bijna fysieke impact van zo’n schilderij, de details die je over het doek
sleuren, dat moet haast wel een verwijzing zijn naar de verzoeking van de
Antonius zelf. Probeer je aandacht maar eens bij de heilige schrift te houden als recht naast
je een gedresseerde vis voorbij zwemt met een duistere figuur op zijn rug.
Alleen een heilige wordt niet gek. Toen draaide een van de vrouwtjes zich om. Ze voelde
zich aangeraakt. Niet door het schilderij, maar door de baby die ik in mijn
armen droeg. Hij had zijn armpje uitgestoken en aan het haar van een vrouwtje voor hem getrokken. Iedereen draaide zich nu om.
Het drieluik werd vergeten en iedereen wilde met de baby kroelen. Ik liet het toe. Dit is niet per se mijn baby, dacht ik. Deze baby is van iedereen. Zeker in Spanje is dat zo.
‘This baby is better than El Bosco,’ zei een van de vrouwtjes die ondertussen constateerde dat hij lekkere dikke beentjes had.
Het drieluik werd vergeten en iedereen wilde met de baby kroelen. Ik liet het toe. Dit is niet per se mijn baby, dacht ik. Deze baby is van iedereen. Zeker in Spanje is dat zo.
‘This baby is better than El Bosco,’ zei een van de vrouwtjes die ondertussen constateerde dat hij lekkere dikke beentjes had.