Het is alweer donker in snelwegland. We zijn zojuist door de bospolitie van een parkeerplaats gestuurd omdat we er illegaal geplukte cantharellen aan het nuttigen waren. Op de én of andere manier kwam het gesprek op campers. ‘Ik had ooit een Duits vriendinnetje waarvan de ouders een camper hadden. Toen ik dat hoorde leek het me gaaf er een keer mee op vakantie te gaan. Mijn vriendinnetje die overigens ook Eva heette, leek dit eerst niet zo’n goed idee te vinden. We kenden elkaar ook nog maar vier maanden. Maar ik drong toch aan. Ik had een beeld voor me van de camper als verrijdbaar huis waarmee je middenin Parijs zou kunnen staan. Maar dat werkt natuurlijk helemaal niet zo, daar kwam ik later ook achter. Voordat het zover was moest ik natuurlijk eerst die ouders ontmoeten en met name de vader, het was vanzelfsprekend zijn camper. Toen we daar aankwamen, ze woonden in Emmerich in zo’n diep treurig Duits huis zoals je die alleen in Duitsland hebt, bleek die vader een soort camper-cursus- weekend te hebben voorbereid..... oh dit is een afslag te vroeg.’
We keren via het klaverblad weer de snelweg op om de afslag te nemen naar een van der valk hotel. Dat hotel heet toevallig ook De Cantharel. We weten dat je bij van de valk ongestoord tot diep in de nacht kan werken. Van der valk heeft gebouwen met vele hoekjes. We parkeren de Blauwe Bogl en ik schenk twee plastic bekertjes vol wijn.
‘Zoals je vroeger in de Kijk wel eens plaatjes had van een vliegtuig waarbij alle onderdelen apart voor het vliegtuig stonden uitgestald, zo had de vader van Eva zijn camper uitgestald. Echt ongelofelijk wat hij allemaal in de tuin had gezet. Hij had bijvoorbeeld een zeemlapje dat je op het dak moest leggen als je vanaf het trappetje je knie op de rand zette, dat soort dingen.’ Een auto draait hinderlijk z’n grootlicht in onze cabine. ‘Ik kwam er langzaam maar zeker achter dat die camper het leven van die man was en wilde er eigenlijk vanaf zien, maar dat doe je ook weer niet. Hij had er ten slotte een heel weekend voor vrij gemaakt. Wij gingen er dus mee op pad, maar binnen de kortste keren was ik het zeemlapje kwijt en gingen we door een diepe kuil waardoor er een kras op de zijkant kwam. Het werd een vreselijke vakantie omdat Eva als blok zenuwen naast me zat.’