woensdag 30 april 2008

Zero Tolerance

De politie heeft een moeilijke taak. Enerzijds hebben ze een doelgroep, anderzijds moeten ze de schijn van rechtsgelijkheid ophouden. Ze mogen zich dus niet al te opzichtig op hun eigen doelgroep richten. Dat levert onhandige, soms ook schrijnende situaties op. Zo werd ik gisteren op de bouwplaats voor het centraal station in Rotterdam aangehouden door een agent die mij erop wees dat ik op die plek niet mocht fietsen. Iets wat op allerlei borden zou zijn aangegeven. Hij wilde mijn legitimatie zien zodat hij een bon kon uitschrijven. Sommige agenten ontlenen hun identiteit aan het schrijven van zoveel mogelijk bonnen. Ik vroeg hem of hij zo vriendelijk wilde zijn die alom tegenwoordige borden, waarop het verbod op fietsen werd uitgedragen, kon aanwijzen. Maar er was geen sprake van enige behulpzaamheid op dit gebied. Hij begon op steeds dwingender wijze om mijn identiteitspapieren te vragen. Ik vond dat overdreven. Het is mooi als mensen hun vak serieus nemen, maar ook agenten moeten zich blijven afvragen of er nog een bepaald doel gediend wordt met hun handelingen.
Ik stelde dan ook voor om in plaats van een boete gewoon een waarschuwing te geven. Maar er was geen gesprek mee te voeren, op een gegeven moment moest ik mee naar het bureau.
Alhoewel ik gewoon met hem mee liep vond hij het nodig om mij bij de arm te pakken en voort te sleuren. Misschien wilde hij indruk maken op de vrouwelijke collega die bij hem was, ik sluit niets uit, maar ik vond het wel onbeleefd. Een pet en een fluorescerende jas geeft iemand nog niet het recht onbeleefd te zijn.
Volgens mij is stijl en presentatie altijd nog een wezenlijk onderdeel van de uitvoerende macht.

Op het bureau kreeg ik de behandeling die iedere opgepakte persoon krijgt. Ik mocht geen enkel telefoontje plegen, ook niet om mijn interview afspraak af te bellen. De enige vorm van vrijheid die ik kreeg was de keuze tussen mijn schoenen uit doen of mijn veters uit mijn schoenen halen. Ik heb toen maar mijn schoenen uitgedaan.

vrijdag 18 april 2008

Nat en Zompig


Logeren in een felini zwembad is leuk zolang de zon schijnt. Inmiddels regent het al anderhalve dag continue. Vannacht hebben we plastic zonstoelen in de tent gesleept om aan het binnen sijpelende vocht te ontsnappen. De prioriteiten beginnen langzaam te verschuiven. Van het oorspronkelijke design event en presenteren van meubels gaat het nu alleen nog maar om overleven en droog blijven.

woensdag 16 april 2008

Kamperen in een zwembad


Ik zit in café MAG langs een prachtig kanaaltje in Milaan. De radio staat afgesteld op een jaren tachtig zender en terwijl Prince zingt dat hij niets meer van haar verwacht dan haar vrije tijd en haar kus, drink ik de ene na de ander espresso om een beetje wakker te worden. Gisteren ben ik met ontwerper Lambert kamps in een vla gele bus vanuit Nederland naar de designbeurs in Milaan gereden. Achterin fietsen, een bar, gereedschap en een gigantische opblaasbare tent die nu staat opgesteld in het zwembad Argelati aan de rand van het centrum. In de alpen werden we verrast door regen en natte sneeuw, maar Milaan is zonnig en heerlijk. De ronde zwembad gebouwen uit de jaren zestig en de bruin betegelde appartementen complexen die haar omkragen doen denken aan een Felini decor. In de baden zelf staan grote koepels opgesteld die dienst doen als tentoonstellingsruimte voor verschillende ontwerpers die deel uitmaken van het designersblock. Afgelopen nacht hebben we daar in de openlucht geslapen. Honden blaften, een man schreeuwde uit een raam en de lucht was crispy.

maandag 7 april 2008

Praktisch Idealisme


De zoektocht naar nieuwe morele eikpunten lijkt zich over de hele breedte van de Nederlandse samenleving af te spelen. Van architectuur tot kunst, politiek en journalistiek. De populariteit van Joris Luijendijk’s Het zijn net mensen, waarin hij oproept tot meer transparantie in de journalistiek, liegt er niet om. Ook in andere publicaties wordt zelfonderzoek niet geschuwd. In de bundel Moralitijd uitgegeven door de Balie gaan tien jonge essayisten opzoek naar nieuwe ijkpunten van goed en kwaad. Het zoeken naar de juiste toon, het bij iedere situatie proeven, wikken en wegen van de juiste interpretatie, is herkenbaar. Er wordt veel gesproken over de opkomst van het praktische idealisme. Een levenshouding waarbij je niet alles wilt opgeven voor hogere idealen maar wel iets wilt doen. Het komt neer op bewust leven met behoud van een zeker hedonisme (zie hierover blog Gratis wijsheden 21 maart).
De lijfspreuk van de praktisch idealist klinkt als volgt: ‘Het is altijd nog beter om een boom te planten als je naar New York vliegt dan geen boom te planten’. Dit is inmiddels een breed gedragen levenshouding die hoort bij ons jachtige bestaan als forens, we doen wat we kunnen, zeg maar. Het probleem met het praktisch idealisme zoals uitgedragen door het maandblad Goodies, is dat het vanzelfsprekende wordt verheven tot levensstijl. Het is net alsof mensen een hart onder de riem gestoken moet worden om bewust te leven en dat ze gerust gesteld dienen te worden over het feit dat we echt niet alles hoeven te laten ten koste van ‘het goede’. Maar in feite werkt het omgekeerd. Het is een vorm van indekken tegen kritiek. “Het is ten slotte altijd nog beter dan niks.” Dit is precies het soort praktisch of esthetisch idealisme dat we herkennen bij de projectontwikkelaars van Ypenburg (zie blog Utopische Wind 24 maart) die met hun gevarieerde gevels schermen om kritiek op de buitenwijk te pareren. Terwijl de discussie over eentonigheid helemaal niet gaat over gevels maar over de organisatiewijze van suburbia en haar dubbelzinnige relatie ten opzichte van de stad. We willen rustig wonen in het groen, maar wel in de buurt van stedelijke voorzieningen. Terwijl de buitenwijk economisch volstrekt afhankelijk is van de stad, keert zij zich cultureel gezien juist van de stad af. In de buitenwijk is de verhouding tussen private sfeer en de openbaarheid doorgeslagen naar een alomtegenwoordige intieme sfeer, waardoor de tolerantiegrens van mensen omlaag gaat. We leven allemaal steeds geïsoleerder in onze digitale gemeenschappen waar we eigenlijk alleen maar gaan buurten om bevestigd te worden in de mening die we toch al hadden. We verliezen ondertussen de controle over onze directe omgeving, want daar zijn we steeds minder bij betrokken. Toch eisen we 100 procent veiligheid, zonder er zelf iets voor te doen, daarom willen we meer blauw op straat. Als we echt weer naar gezonde gemeenschappen toe willen waarin de stad kan werken als een podium waarop plek is voor wrijving maar ook voor het compromis, dan moeten we veel meer betrokken raken de processen van de samenleving. Dan volstaat het niet om een boom te planten als we het vliegtuig nemen. En het volstaat al helemaal niet om op verdonk achtige wijze het volk te vragen om het maar in te vullen. Want het volk wil altijd en belastingverlaging en goedkope gezondheidszorg.

vrijdag 4 april 2008

Women on Top




Internationale vrouwendag, was al op acht maart! Het is helemaal aan mij voorbij gegaan. Maar op zeven april aanstaande is er weer een bijeenkomst van Women on Top in het pakhuis willem de zwijger in Amsterdam. Het belooft wer een spannende avond te worden. Een half jaar geleden was ik ook bij zo'n bijeenkomst en daar heb ik toen dit verslagje bij geschreven.


Femke Ferrari
De meeste beslissingen worden gemaakt in een fractie van een seconde.
Een halve blik op de uitnodiging flink gekruid met een handvol aannames en vooroordelen is meestal genoeg om een besluit te nemen. Zo nu ook weer.
Ik had iets gelezen over women on top georganiseerd door women inc. En ik wist direct dat ik erheen wilde. Een leuke zwoele avond, tikkeltje kinky, maar met stijl. Een christiene le duc avond, waar vrouwen het initiatief zouden nemen.
Dat bleek een misverstand. De zaal was tot de nok gevuld met vrouwen die iets wilden bereiken in het bedrijfsleven. Daar sta je dan in je leren broek. Op het podium: Heleen Mees, Neelie kroes, Femke Halsema en Ben Verwaaien van Brittish Telecom. Als ik ergens van iemand niet opgewonden wordt dan is het wel Ben Verwaaien van British Telecom. Eigenlijk voldeed alleen Femke Halsema aan mijn verwachtingen. Rood fluwelen laarzen, een zwart rokje en een rood jasje erboven. Toen Femke haar benen over elkaar had geslagen, kreeg je als publiek een prachtig uitzicht op het gespierde dijbeen van groenlinks. Wat een campagne! En let wel toen had ze nog niet eens wat gezegd. Nadat Heleen Mees en Nelie Kroes klaar waren met het aanhalen van wetenschappelijke bewijslast dat de vrouw eigenlijk een soort superwezen is, startte Femke haar motoren. Als een Ferari spoot ze van die twee andere vrouwen weg. Wat een gemak en souplesse. Toch nog een leuke avond gehad.

donderdag 3 april 2008

Humor



Wilders schijnt volgens insiders van de VVD, die het kunnen weten, een hele intelligente man te zijn. Van Linschoten zei daarom niet te geloven dat Wilders vertolkte wat hij echt dacht.”Hij wil via rabiate standpunten groot en machtig worden”, aldus van Linschoten. (bron: NRC 30 maart). Vreemde redenering. Er zijn ook wetenschappers die in God geloven. Maakt dat ze ook minder intelligent? Dat God een schoft is, wil nog niet zeggen dat je er niet in kan geloven. Als je de wereld wil begrijpen moet je die eerst herdefinieren volgens je eigen maatstaven en principes. Vervolgens moet je daar medestanders voor vinden en als je dan in jezelf geloofd, en dat doet Wilders, ben je al flink op weg naar wereld dominantie. Ik geloof wel dat Wilders vanuit zijn diepste overtuiging zijn standpunten vertegenwoordigd. “Een blinde kan zien dat een dubbele nationaliteit een dubbele loyaliteit met zich meebrengt.”
Het is geen stylist die wilders, maar wel authentiek. Het zijn de anderen die niet authentiek zijn. Het is bange Balkenende die niet opkomt voor zijn staatssecretarissen Aboutaleb en mevrouw Albayrak. Dat Wilders ook weinig gevoel voor humor toont in zijn film, zegt niet zoveel over zijn intelligentie, wel over zijn gebrek aan humor. Dat is een gemiste kans, want niets zo erg als een zuurpruim met urinekleurige haar. Hij zou een voorbeeld aan Bush kunnen nemen. Die was van tijd tot tijd best grappig, dat maakte hem dan wel niet intelligenter, maar wel betrouwbaarder. Kiezers vergaven hem zijn fouten, want hij kon er ten slotte ook niet zoveel aan doen.

dinsdag 1 april 2008

Draaideurcriminlen



Ongeveer twee weken geleden zag ik een goede documentaire op de vpro, het ging over het leven in de Amerikaanse gevangenissen. 'De mens is een gewoontedier,' zei een bewaker. 'Gevangen dus ook, wanneer ze vrij komen pakken ze hun oude leven weer op waaroor ze snel weer terug zijn in de gevangenis.'
De meeste zware criminelen willen het liefste binnen blijven want daar is alles geregeld, bovendien zijn ze hun leven erbuiten niet zeker. 'Het is een kwestie van je verwachtingen bijstellen en dan is het leven ook in de gevangenis goed te doen,' zei een gevangene.
'Vrouwen, een gezin, een huis dat soort dingen zijn voor mij inmiddels zaken die er helemaal niet toe doen.'
Het liefste houden we onze wereld zo klein en overzichtelijk mogelijk om risico’s te beperken. We blijven op gebaande paden, van ons werk via de sportschool naar de supermarkt en dan weer naar huis. We gedragen ons als draaideurcriminelen in ons eigen leven. We maken telkens dezelfde fouten omdat we gewend zijn geraakt aan dezelfde teleurstellingen.