
De nieuwe Grunobuurt is het type wijk waar je als buitenstaander weinig te zoeken hebt. Toen een fietser de garage deur open liet staan, glipte ik samen met Peter de Kan even naar binnen. We zijn bezig met een onderzoek naar de Grunobuurt voor een boek met nieuwe projecten in de stad Groningen. Daarom was onze actie denk ik wel gerechtvaardigd. De fietser kwam echter op zijn schreden terug en vroeg wat wij daar deden. De jongen vertelde ons dat er nog erg veel gestolen wordt in de fietskelder.
Vroeger werd er in deze volkswijk op elkaars kinderen gelet, daarom konden ze makkelijk op straat spelen. Fietsen stonden in het zicht, dus werden niet zo snel gestolen. Nu je de fietsen niet meer ziet, kan iemand die eenmaal binnen is, vrij ongestoord aan het werk gaan.
Uiteindelijk wordt een goede wijk vooral gemaakt door een hechte sociale structuur en dat moet je als woningbouwcorporatie vooral stimuleren en faciliteren. Het is nog even afwachten hoe het zich hier gaat ontwikkelen. In de oude wijk, op een braakliggend stuk grond is een tijdelijke volkstuin verrezen. We hadden er al over gehoord. Mensen wezen ons er op. Dit was het enige waar ze naar konden verwijzen om te geven dat er wel deglijk iets spannends in de wijk gebeurde. Hier kon je ook als passant terecht. Geen enorme hekken, geen mensen die kwamen vragen wat we daar deden. Die tuin is wat ons betreft de sleutel tot het succes van de nieuwe wijk. In de kas kan wellicht een nieuw wijk gevoel worden opgekweekt. De tijd zal het leren.