woensdag 17 juli 2013

Ramadan

Hij kon ons een rondleiding geven, zei hij, anders weet je helemaal niet waar je naar kijkt. Dat is waar. We waren zo’n vijf meter onder de grond, de eerste laag van de ondergrondse stad en hadden geen idee waar deze ruimtes voor gebruikt werden. In de reisgids stond ook dat het de moeite waard was om een rondleiding te nemen. Er stond in dat je anders helemaal niet weet waar je naar kijkt. ‘Daar stonden de koeien en hier de schapen,’ zei de gids terwijl hij voor ons uit rende. De gangen waren smal en je kon er alleen gebukt doorheen. Waarom hij rende was ons een raadsel. ‘Ik vind het wel zwaar, want het is ramadan en ik eet of drink niks.’
‘Maar je hebt geluk want het is hier koel,’ zeiden we.
‘Het is ook vochtig.’
De gids rook een beetje uit zijn mond, veel mensen ruiken uit hun mond. We denken dat het komt door het vasten tijdens de ramadan.
‘Daar werd wijn gemaakt en dit is een val voor als de vijand binnenkwam. Dat is mijn eigen theorie.’
We holden naar links en naar rechts, naar beneden en weer naar boven. Na een half uur was het klaar. ‘Nu geef ik je wat vrije tijd, je mag gaan waar je wilt.’
De gids bleek achteraf gewoon een veiligheidsman te zijn. Hij kluste waarschijnlijk wat bij. Veel van de informatie leek van internet afkomstig en de rest heeft hij verzonnen. De gids was ook niet goedkoop.
Eerst moesten we ons eroverheen zetten, nu zien we het als een gift voor ramadan.