Vandaag bracht ik een bezoek aan de oude manege Rigoletto. Het ligt als een relict uit vervlogen tijden aan de rand van de Groningse nieuwbouwwijk Meerstad. Bij de entree hangen twee kunststof paardenkoppen aan gemetselde zuiltjes. Eentje mist een onderkaak.'Je fotografeert toch wel het juiste paardenhoofd ?' informeerde de eigenaresse bij fotograaf Peter de Kan met wie ik daar was. We konden binnen wel een tosti krijgen verklaarde ze want we hadden honger. Het was alsof we een Oostblokkantine betraden, schrootjes tegen de muren, versleten zeil op de grond. De paarden stonden achter de ring op wat stoffige aarde, doodstil in de zon. ‘Vroeger stonden de paarden in de weide,’ zei de oude vrouw die ons sinas inschenkt, ’we hebben het verkocht voor de stadsuitbreiding en dat is het domste wat we hadden kunnen doen.’ De stilzwijgende paarden op de stoffige aarde hebben inderdaad iets heel droevigs. Achter hen, aan de horizon, staan de nieuwe huizen te glimmen in het ochtendlicht. Als de vrouw niet had verkocht was ze wel onteigend. De manege bestaat al twintig jaar en is vernoemd naar de superhengst van haar grootvader. ‘Hij ging met de hengst nog langs de boerderijen om merries te dekken en verdiende zoveel geld met Rigoletto dat hij er deze manage mee heeft kunnen bouwen.’ Nu is de manege vooral een getuigenis van een wereld die verdwijnt. Dit soort plekken zijn een verademing, zeker als je net uit Meerstad komt waar mensen het allemaal goed voor elkaar hebben. Dat is natuurlijk allemaal schijn, dat weet ik ook wel, maar die schijn maakt het op den duur vermoeiend en saai. Zo nu en dan heb je een rommelige plek nodig die niet is aangeharkt. We kochten scharreleieren van de vrouw die ze verkoopt voor haar dochter. Ook goed; eieren kopen op een manege.Op 21 mei wordt er een springwedstrijd georganiseerd. Ik ben er bij.