vrijdag 20 januari 2017

Verdwenen wijkgevoel

Wie nu een bezoek brengt aan de Groningse Grunobuurt treft een wijk in transitie. De oude wijk wordt langzaam vermalen en een drietal kloeke woonblokken is reeds verrezen. Het voelt een beetje alsof er een hooimachine over de wijk is geraasd en van het oude wijkje keurige evenredige blokken heeft geperst. De nieuwe blokken zijn hermetisch en naar binnen gekeerd. Terwijl mensen vroeger op straat zaten en je elkaar kon groeten in het voorbijgaan, hebben de bewoners nu een binnentuin waar ze bij elkaar kunnen komen. Die binnentuin is speciaal ontworpen om kinderen veilig te kunnen laten spelen. Dit heeft weer als nadeel dat het geluid van de kinderen sterk wordt weerkaatst en versterkt. In het eerste blok waar nog voornamelijk klinkers in het binnengebied zijn aangebracht, spraken we een bewoner die overwoog alweer te gaan verhuizen omdat je onmogelijk buiten kon zitten als er gevoetbald en gespeeld werd. Simpelweg teveel lawaai. Onder de woonblokken zijn parkeergarages aanwezig voor fietsen en auto’s.
De nieuwe Grunobuurt is het type wijk waar je als buitenstaander weinig te zoeken hebt. Toen een fietser de garage deur open liet staan, glipte ik samen met Peter de Kan even naar binnen. We zijn bezig met een onderzoek naar de Grunobuurt voor een boek met nieuwe projecten in de stad Groningen. Daarom was onze actie denk ik wel gerechtvaardigd.  De fietser kwam echter op zijn schreden terug en vroeg wat wij daar deden. De jongen vertelde ons dat er nog erg veel gestolen wordt in de fietskelder. 
Vroeger werd er in deze volkswijk op elkaars kinderen gelet, daarom konden ze makkelijk op straat spelen. Fietsen stonden in het zicht, dus werden niet zo snel gestolen. Nu je de fietsen niet meer ziet, kan iemand die eenmaal binnen is, vrij ongestoord aan het werk gaan. 
Uiteindelijk wordt een goede wijk vooral gemaakt door een hechte sociale structuur en dat moet je als woningbouwcorporatie vooral stimuleren en faciliteren. Het is nog even afwachten hoe het zich hier gaat ontwikkelen. In de oude wijk, op een braakliggend stuk grond is een tijdelijke volkstuin verrezen. We hadden er al over gehoord. Mensen wezen ons er op. Dit was het enige waar ze naar konden verwijzen om te geven dat er wel deglijk iets spannends in de wijk gebeurde. Hier kon je ook als passant terecht. Geen enorme hekken, geen mensen die kwamen vragen wat we daar deden. Die tuin is wat ons betreft de sleutel tot het succes van de nieuwe wijk. In de kas kan wellicht een nieuw wijk gevoel worden opgekweekt. De tijd zal het leren.

zondag 15 januari 2017

Gelukkig ben ik zwart

Ik heb jarenlang gedacht dat ik zwart was. Op de middelbare school werd ik bij Franse les al voordat die begon, weggestuurd. Bij mij op school zaten geen zwarte kinderen uit arme milieus die niet mee konden komen, daarom vervulde ik die rol. En met verve. Docenten schreven steevast dat ik rondliep met een strandgevoel. Ik vond dat toen altijd racistisch. Pas bij mijn eerste bezoek aan Ghana kwam ik erachter dat ik geen echte neger ben. Niet van buiten in elk geval. Ik voelde me daar net een uitgelopen aquarel met buikloop. Bleekscheterig, dat is hier het toepasselijke woord. Er is een verschil tussen zwarte en witte mensen. Je kan dat verschil makkelijk zien. Zeker in Ghana. Je voelt het ook. Racisme is in die zin vanzelfsprekend. Ik wilde graag tot het andere ras behoren. Zwarte mensen vind ik mooier en ze hebben sterkere genen. Volgens Sunny Bergmann zit het racisme diep in onze cultuur ingebakken, toch vindt zij dat het uitgeroeid moet worden. Het is als een onzichtbare gifwolk van Tsjernobyl. Je ziet het niet, maar het is overal en veranderd stiekem je DNA. In haar documentaire ‘wit is ook een kleur’, betoogt ze dat we als witte mensen ons bewust moeten zijn van ons privilege. Maar ja, dat geldt ook voor zwarte mensen die hier wonen. Iedereen moet zich gelukkig prijzen dat hij in Nederland woont.

Er komen goedgebekte goedgeklede zwarte Nederlanders in de documentaire aan bot die klagen over het racisme dat ze overal tegen het lijf lopen. Ze zien niet eens hoe absurd hun redeneringen zijn. Het leven is lijden, niemand heeft gezegd dat het van een leien dakje zou gaan.  Er is een wijk in Scheveningen, als je daar vandaan komt kan je het wel schudden bij sollicitatiegesprekken. De bevolking is er roomblank en zit in een vicieuze cirkel waar ze niet uitkomen. Sociale problemen. Maak daar een documentaire over, zou ik zeggen. Maar dat is niet hip en Randstedelijk genoeg, ben ik bang. Bovendien zijn het een stelletje racisten die daar wonen.

Ex-politicus Tofik Bibi, zegt dat hij in een tram met alleen maar witte mensen heel expliciet gaat lachen om ze gerust te stellen. Ik lach ook zoveel mogelijk in aanwezigheid van vreemden. Dat lijkt me natuurlijk gedrag. Mensen stellen elkaar graag gerust.
Sunny wil  aantonen dat mensen die van zichzelf zeggen dat ze niet racistisch zijn, toch racistisch zijn. Vervolgens constateert ze dat ze daarmee een hoop weerstand en irritatie opwekt en dus heeft ze een gevoelige snaar geraakt. Dat vind ik wel een beetje makkelijk. 

De gediscrimineerde heeft altijd gelijk, zijn gevoel liegt immers niet. Je kunt het als blanke heteroman in steeds mindere mate nog goed doen. Gelukkig ben ik zwart, althans, zolang ik niet in Ghana ben.

donderdag 12 januari 2017

Afrikaanse Unie


Wie een google alert neemt voor nieuws uit Ghana krijgt doorgaans weinig mail. Dat komt omdat er niet veel te melden valt over dit West Afrikaanse land. In elk geval geen dingen die we met Afrika en Afrikaanse problematiek associĆ«ren. Laatst kwam er een bericht binnen over de zittende president die de vertrekkende president een rondleiding gaf door het presidentieel paleis. Alles in alle hartelijkheid. Een moslim die een Christen zijn toekomstige werkplek liet zien. Dat past helemaal niet in onze perceptie van een continent waar leiders graag blijven plakken aan het pluche en zich in sommige gevallen nog liever doodvechten dan de macht op te geven. Maar Ghana, dat als eerste Sub Sahara Afrikaanse land het koloniale juk afwierp in 1957, lijkt toch langzamerhand een volwassen democratie te worden. De oud president vliegt binnenkort met andere presidenten van omringende West Afrikaanse landen naar Gambia om daar zittende president te overtuigen dat hij de verkiezingsuitslag zal moeten accepteren. Ooit kreeg het idee van panafrikanisme vorm in het postkoloniale Ghana onder leiding van diens eerste president Kwame Nkrumah. Er werd een gigantisch hotel complex naast het parlement gebouwd zodat leiders vanuit heel Afrika daar samen zouden komen. Het kwam niet van grond, zelfs Gaddafi heeft dit idee een tijdlang actief uitgedragen. Zonder overtuigend succes. De economische samenwerking tussen West Afrikaanse landen, ECOWS geheten, lijkt echter wel te werken. Vanuit die Unie wordt nu ook druk uitgeoefend op Gambia om de vrede te bewaren. Als dat lukt dan heeft ECOWAS wederom z’n succes bewezen.