In de Volkskrant lees ik het verhaal van Gerard Reins. Hij kon op zijn 42ste nog niet lezen en schrijven. Ze hadden het ooit wel met hem geprobeerd, maar hij kon de letters niet uit elkaar houden. Tot voorkort wist hij zich wel te redden. Als er iets ingevuld moest worden op het gemeentehuis deed hij zijn arm in een mitella. Beter lichamelijk gehandicapt dan geestelijk gehandicapt is hierbij de redenering. Hij was bang om dom gevonden te worden. Nu is hij het alsnog aan het leren. Dat kwam omdat zijn dochtertje hem erop betrapte dat hij het niet kon en zij hem dus al aan het inhalen was. Dat wil je niet; voorbij gestreefd worden door een zes jarige. Dit bewijst dat een goede motivatie het belangrijkste is. Ik heb ook heel lang niet de letters uit elkaar kunnen houden. Het alfabet heb ik uiteindelijk geleerd met letters van schuurpapier. Ook met lezen heb ik lang gewacht. Voor boomhutten heb je geen zinsconstructies nodig. Op een dag zag ik een groot informatiebord en het leek me fantastisch als die grote brei, die wolk aan woorden, ineens betekenis zouden krijgen. Toen ben ik gaan lezen. Mijn eerste boek was het verhaal Robinson Crusoe van Daniel Dafoe. Ik heb er de hele zomer over gedaan. Voor de rest denk ik dat de computer mijn redding is. De computer is een digitale mitella. Daardoor lijkt het allemaal minder erg. Er zit een spellingscontrole op.