Op de Stone lees ik een prachtig
verhaal van voormalig soldaat Roy Scraton die in 2003 ondermeer in Irak zat. Daar
zag hij de toekomst zegt hij zelf. Bij
terugkomst wordt hij geconfronteerd met de verwoesting van orkaan Katrina in New
Orléans. Hij ziet hetzelfde gebeuren wat hij in Bagdad zag, anarchie breekt los
en nieuwe machtsverhoudingen dienen zich aan. Dit keer was de oorzaak een
natuurramp. Volgens velen zijn het ook natuurrampen die de belangrijkste dreiging
vormen. Geen terroristen of afluisterende chinezen, maar natuurrampen. We leven
in het anthropocene, het tijdperk waarin mensen invloed hebben op de geologie
van de aarde.
‘The human
psyche naturally rebels against the idea of its end. Likewise, civilizations
have throughout history marched blindly toward disaster, because humans are
wired to believe that tomorrow will be much like today — it is unnatural for us
to think that this way of life, this present moment, this order of things is
not stable and permanent.’
Volgens Scraton moeten we leren te
sterven, niet als individu maar als een beschaving.
‘The choice
is a clear one. We can continue acting as if tomorrow will be just like
yesterday, growing less and less prepared for each new disaster as it comes,
and more and more desperately invested in a life we can’t sustain. Or we can
learn to see each day as the death of what came before, freeing ourselves to
deal with whatever problems the present offers without attachment or fear.’
Wie wil
leren leven in een systeem dat constant muteert tot iets anders, moet inderdaad
leren te leven als een dode. Dat wil zeggen als iemand die niet langer bezig is
met de vraag hoe hij overleefd, maar hoe hij anderen (toekomstige generaties) kan
laten overleven.