Gisteren was ik bij de promotie van en vriend in Groningen. Het ging over het beeld van de schelm in laat zestiende-eeuwse Spaanse roman. De promotor van mijn vriend kwam de zaal binnen met een blauw oog. De promotie ging goed, maar het blauwe oog was een favoriet onderwerp om over te praten. Zeker op het feest dat ‘s avonds plaatsvond en waar de professor met het blauwe oog niet bij was.’ Ik dacht eerst dat hij oogschaduw op had,’ zei een professor. ‘Ja dat had hij ook moeten doen, dan waren beide ogen tenminste blauw geweest. Een echte schelm had dat gedaan,’ zei een ander. Niemand geloofde echt het verhaal dat hij gisteren een kastje had verplaatst en dat hij dit tegen zijn oog had gekregen. Althans dat was mijn indruk. Misschien geloofde men het ook wel, maar had men het vermoeden dat ongeluk het gevolg was van drank inname. Niemand zei dit, maar aan een half woord en een opgetrokken wenkbrauw heb ik genoeg. Ik waande me in een roman van Willem Frederik Hermans.
Hier ligt een schone taak voor bovengenoemde dokter in de letterenen en specialist op het gebied van de Spaanse schelmenroman. Het wordt tijd voor een nieuwe ‘Onder Professoren'.
Hier ligt een schone taak voor bovengenoemde dokter in de letterenen en specialist op het gebied van de Spaanse schelmenroman. Het wordt tijd voor een nieuwe ‘Onder Professoren'.