Vandaag las ik in de krant dat de Franse Dienst Toerisme deze zomer 50 duizend folders heeft verspreid om obers aan te spreken op
hun onbeschofte gedrag. Ik vraag me af of een folder helpt. Als ik een Franse
ober was zou ik m’n neus ervoor ophalen. 'Do you Speak Touriste?' staat er op de voorkant en in het
binnenwerk tref je tips aan over hoe verschillende nationaliteiten moet benaderen. Betuttelender kan haast niet, naar de toeristen toe, maar ook naar de obers toe. Ooit had het beroep van ober status, je was een beetje bang voor de ober. Ik
vind dat goed. Als de chef een halfgod in de keuken is, dan is de ober zijn
zoon op aarde. Hij is het die de creaties uit de hemel toont en aan de
klant voorlegt. Maar nu die folder
dus. Je kunt erin lezen dat Japanners gerustgesteld moeten worden. Spanjaarden
willen dat je aardig bent. Nederlanders zijn hoffelijk en informeel
tegelijkertijd. Los van het feit
of Nederlanders echt hoffelijk zijn is de combinatie hoffelijkheid en
informeel, volgens mij problematisch. Het ene impliceert directheid, het andere een arsenaal aan omgangsvormen. Als je toch een folder maakt, kan je beter een gidsje schrijven: omgangsvormen met Franse obers. Het hoort bij de Franse folklore
om onbeschoft te zijn, dat verander je niet zomaar. Moet je ook niet willen. Morrelen aan het slechte imago van de Franse ober, is morrelen
aan de authenticiteit ervan.