Een maand of wat geleden was ik bij het congres over
emotionele geografie in Groningen. Een vakgebied dat ik ook na drie dagen congres niet helemaal heb kunnen doorgronden. Opvallend waren de homoseksuele onderzoekers die zichzelf onderzochten, of in elk geval hun eigen stam. Er waren er best veel van. Een van hen bleef een beetje aan mij plakken. Hij had het gedrag van homo's in een nightclub in Tel Aviv onderzocht. Vooral hun relatie tot zweet was van groot belang. De verhalen deden me denken aan de jager
die aan de gebroken
takjes van het struikgewas kan zien welk dier er voorbij is gekomen. Leuke kennis voor liefhebbers van herenliefde, maar wellicht haalt het ook wat weg van de glans van het homobestaan. Bovendien bestaat er ook een andere onaangename soort jager die deze kennis interessant zouden kunnen vinden. Ik krijg spontaan visioenen van Poetin met ontbloot bovenlijf en een hengel waar een snoek aan hangt van twintig kilo. Hij vaart mee met de bootjes van de gay parade en wil het glibberige spartelende vis aan zijn hengel iedereen laten zien.