donderdag 28 juli 2016

inspiratie uit slik


De ouders van striptekenaar Marten Toonder komen van het Hoogeland in Groningen. Marten Toonder senior (geboren in Warffum) is in grote armoede opgegroeid en was zelfs  eierraper op Rottumeroog (in 1894). Dat was de laagste rang onder de voogd van Rottum. Nu snap ik ineens waar al die mist vandaan komt in de Bommelboeken. Mist en waddenslik, het zat de striptekenaar gewoon in het bloed.

Buienradar

De regen hield ons gevangen in Hornhuizen. In plaats van hieraan toe te geven en iets anders te gaan doen keken we op buienradar en speelden telkens hetzelfde filmpje af, de voorspelling drie uur vooruit. Kwam die bui wel echt over ons of was dat drie dorpen verder? Zo verstreek de tijd en soms leek het erop of het nooit meer zou stoppen. Maar precies om zes uur was het droog zoals buienradar had beloofd. Onder dreigende luchten met een lichte rand bij ze horizon reden we door de Noordpolder.  

Hurkfiets


Vandaag is de bakfietsvakantie begonnen, een minivakantie in eigen land met als belangrijkste vervoersmiddel de bakfiets. Ik kwam erop omdat iemand me de bakfiets cadeau had gedaan. Daar kan je lekker veel in vervoeren dacht ik meteen. Maar het ding bleek niet meer helemaal in goede conditie te zijn. Hij wijkt af naar links, het zadel kan niet versteld worden en er zit een slinger in het achterwiel. Hier kwamen we achter toen we zwaar bepakt onderweg waren. Op nog geen tweehonderd meter van ons huis werden we verrast door regen. Achteraf een godsgeschenk want met de regen kwam de bezinning. Een bakfietsvakantie leek ons ineens een absurd idee. Vooral deze bakfiets. Ik werd geacht in hurkhouding vooruit te komen. Het besluit was snel genomen om het hele zooitje bij station noord in het rood witte treintje naar Roodeschool te duwen. Zo kwamen we al snel uit in Baflo. Er zit hier een goeie pizzeria in het stationsgebouw, waar we in afwachting van alweer een bui heerlijk gegeten hebben. Toen hadden we dus eigenlijk nog niks gepresteerd. Uiteindelijk zijn we aangekomen op plaats van bestemming; Hornhuizen. Dat was nog veertien kilometer, pittig genoeg.

woensdag 27 juli 2016

Doping



‘Jij bent nu mijn doping dealer,’ zei ik tegen de nieuwe eigenaresse van inproc.
‘Mag ik je dan een mix van Guatemala en Cuba aanbevelen,’ zei ze.
‘Graag,’ antwoordde ik. Ze had op hoog niveau beachvolleybal gespeeld, vertelde ze, en toen werd er gevraagd of ze toevallig meer kopjes koffie dronk dan de toegestane twee kopjes per dag. Ze dronk flink veel meer en kreeg daarom een reprimande van het dopingagentschap.
Dat zette me aan het denken. Waar leg je de grens en waarom wordt alleen sporters de maat genomen? Als er buiten de sport ook gekeken zou worden naar dopinggebruik, zou ik voor de rest van mijn leven geschorst worden denk ik, als je ziet hoeveel koffie ik drink op een dag. Maar geschorst van wat en wie zou mij moeten schorsen? 
Een beetje doping moet kunnen, lijkt mij. Ook voor topsporters. Je ontkomt er haast niet aan. Trainen voor een sportwedstrijd werd in het Victoriaanse Engeland ook als vals spelen gezien. Een ware sporter was een amateursporter en hij trainde niet. Hij deed sport als tijdverdrijf. Daar valt wel wat voor te zeggen, maar we zijn ver verwijderd van die opvatting over sport.

zondag 17 juli 2016

Luchtschip


Een vriendin gaf me een dvd van de idfa documentaire Farewell (van Ditteke Mensink en Gerard Nijssen). Het gaat over de journaliste lady Grace Hay, wiens dagboek je hoort via een voice-over. Ze ging als enige vrouw mee aan boord van de Graf Zeppelin op diens reis rond de wereld in 1929. Haar geheime liefde Karl von Wiegand is ook aan boord. De tocht werd gemaakt als showcase van de technologische vooruitgang en om de verbeterde relaties tussen Duitsland en de VS te vieren. Het is bijna een laatste hoopvolle tocht over de wereld. Zoals de liefde tussen Grace en Karl niet mocht zijn, zo mocht blijkbaar ook de liefde tussen Duitsland en Amerika niet zijn. Al wordt deze vergelijking godzijdank niet in de film gemaakt. Het is prachtig materiaal van de Graf Zeppelin in Japan, Siberië, New York en Los Angeles. Ik wist niet dat er zoveel bewegende beelden van bewaard waren gebleven. Er is zelfs een verstekeling aan boord. Een jongeman die in Los Angeles acteur wil worden had zich in de voorraadkast verstopt. Hij werd als een held onthaald. De beelden zijn honderd jaar na dato nog steeds ongelofelijk. Hoe geweldig moet het zijn om in een sterrenrestaurant over de bergen te zweven.

zaterdag 16 juli 2016

Schadebeperking

Jaagmeester Cees Noorlander gaat nooit op vakantie. ‘Moet je nou kijken hoe mooi dit is,’ zegt hij als we langs de slufter op de Tweede Maasvlakte rijden. Het is een grote kom waar via pijpleidingen vervuilt slib wordt geloosd. Vogels maken gebruik het opgespoten slib, ze lijken weinig problemen te hebben met mogelijke verontreiniging. Er zijn ook konijnen, duizenden en daar moet Cees hoognodig wat aan doen. ‘Heb het in je stuk maar niet over jagen,’ zegt hij terwijl zijn loop door het raam steekt, ’noem het liever schadebeperking. Dat is wat wij hier doen.’ Bam!
Het konijn dat hij schiet beweegt nog, het maakt een dodendans. ‘Dat lijkt maar zo,’ stelt de jaagmeester mij gerust.’ Even later toont hij mij het beest dat door zijn nog jonge jachthond uit de bosjes is gevist. Het konijnenhoofd lijkt te zijn geëxplodeerd.

vrijdag 15 juli 2016

Spartaans

Gisteren zwom ik om negen uur in de ochtend nabij Den Helder in zee.  Als iets research heet ben ik tot veel bereid. Ik wilde graag de dames van Zwemclub Marsdiep, ooit de Frische Morgen (vanaf 1924), leren kennen. Ze vonden het gezellig dat we (Pauline van den Broeke dook er ook in) bij hen in het zeebad kwamen. Er passeerde een onderzeeër. Een piepklein vrouwtje met een witte badmuts zei dat haar vader en zoon ook bij de marine hebben gezeten. ‘Die waren soms wel drie jaar weg. Tegenwoordig janken ze al als ze drie maanden van huis zijn.’ Er werd hartelijk gelachen. Het zijn Spartaanse vrouwen. Iedere dag, weer of geen weer, gaan ze zwemmen.

dinsdag 12 juli 2016

Nachtdienst

Moedervlekken (fragment)
De nieuwe roman van Arnon Grunberg gaat over de psychiater Oscar Kadoke die in zijn prive leven bezig is zijn moeder in leven te houden en professioneel probeert hij te voorkomen dat zijn patienten zelfmoordplegen. Hij werkt bij de crisisdienst. Wat is de norm, wat is ziekte? Hij heeft sublieme gesprekken met een intelligente patiënte over wat grensoverschrijdend gedrag is. Hij is een grensoverschrijdende psychiater en hij wankelt. Zijn wankelen is de essentie. In tegenstelling tot veel andere personages, laat Grunberg dit keer zijn hoofdpersonage niet ten onder gaan. Aan het einde van de roman concludeert Kadoke dat het niet-sterven zoals je zijn leven tot dan toe kan omschrijven, niets met echt leven te maken heeft. Hij besluit dat er verandering in moet komen. Bij het lezen van dit boek gaat iedere lezer waarschijnlijk automatisch parallellen trekken met de auteur, die ook voor zijn zieke moeder moest zorgen. Ook een schrijver moet de duur van een roman zijn personages in leven zien te houden. Met deze roman heeft Grunberg zichzelf wederom overtroffen. Oscar Kadoke is aan het einde van het Moedervlekken levendiger dan ooit.

    

vrijdag 8 juli 2016

High-Rise


Terwijl Constant Nieuwenhuis nog zocht naar de homo ludens die het goed zou doen in zijn Nieuw Babylon, daar gaat J.G. Ballard daadwerkelijk het experiment aan in zijn roman High-Rise. Hij stopt de gewone mens in Nieuw Babylon, of te wel een hoge luxe flat die is losgezongen van de echte wereld. Het ontaard volledig.
Gisteren zag ik de film geregisseerd door Ben Wheatley die het boek als inspiratie heeft gebruikt. De architect had hoogdravende idealen. Hij wilde door middel van zijn gebouw 
alle klassen met elkaar laten mixen. Er ontstaat een oorlog.
‘Zei je wat?’ Vraagt Charlotte Melville aan het einde van de film aan Dr Robert Laing. ‘Nee, ik zei niks, dat was het gebouw.’ Antwoord hij. Het is een veelzeggende opmerking nadat je twee uur ondergedompeld bent geweest in een universum van seks en geweld waaraan mensen onthecht aan deel lijken te nemen. Dat komt dus door het gebouw.

zondag 3 juli 2016

Onbalans

De wereld kan worden verbeterd met architectuur. Maar de mens niet. Dat was het dilemma waar Constant Nieuwenhuis mee zat toen hij zijn Nieuw Babylon ontwierp. In het Gemeente Museum zien we zijn maquettes en schilderijen. Hij had een duidelijk beeld bij de superstructuren die over de oude wereld heen geschoven moesten worden. Maar wie kon er wonen? De homo ludens, wat hem betreft. Maar wie was dat precies ?
Je kon in het museum zelfs op een soort klimrek gemaakt van plateau’s en kettingen aan het plafond. Er was ook een deuren labyrint. Misschien kan de mens door oefeningen zichzelf verbeteren. Zou dat het idee zijn geweest achter dit klimrek? Moet de mens eerst in onbalans gebracht worden voordat je hem waarlijk vrij kan maken?

zaterdag 2 juli 2016

Better than El Bosco

De Verleidingen van de heilige Antonius hypnotiseerde me haast. Ik had nog niet de vliegende man met de ladder ontdekt of mijn oog werd getrokken door de vleeshomp waarin een dolk was gestoken en waaruit twee benen groeiden die in een enkele schoen staken. Voor mij stond een zwerm kleine Spaanse vrouwtjes. Ze kwekten wel, maar ik keek er gemakkelijk overheen. De bijna fysieke impact van zo’n schilderij, de details die je over het doek sleuren, dat moet haast wel een verwijzing zijn naar de verzoeking van de Antonius zelf. Probeer je aandacht maar eens bij de heilige schrift te houden als recht naast je een gedresseerde vis voorbij zwemt met een duistere figuur op zijn rug. Alleen een heilige wordt niet gek. Toen draaide een van de vrouwtjes zich om. Ze voelde zich aangeraakt. Niet door het schilderij, maar door de baby die ik in mijn armen droeg. Hij had zijn armpje uitgestoken en aan het haar van een vrouwtje voor hem getrokken. Iedereen draaide zich nu om.
Het drieluik werd vergeten en iedereen wilde met de baby kroelen. Ik liet het toe. Dit is niet per se mijn baby, dacht ik. Deze baby is van iedereen. Zeker in Spanje is dat zo.  
‘This baby is better than El Bosco,’ zei een van de vrouwtjes die ondertussen constateerde dat hij lekkere dikke beentjes had.