vrijdag 31 januari 2014

Wijnberg's Heilstaat

De Correspondent deelt af en toe artikelen met mensen die geen lid zijn, zoals ik. Laatst deelde Rob Wijnberg een stuk dat hij had geschreven over de opkomst van een nieuwe controle staat. Dit schrijft hij ondermeer: ’Over drie jaar, als de Googlebril goed en wel is ingeburgerd en iedereen de hele dag met een camera op z’n hoofd rondloopt, hoef je maar tien seconden naar een product te kijken of je hebt al een aanbieding in je mailbox; hoeft de politie slechts de beelden uit je eigen bril op te vragen om te zien met wie jij nudistje speelt op het strand; hoeft de NSA dat microfoontje op je montuur maar aan te zetten om te horen of je er misschien verkeerde opvattingen op nahoudt.’
Wijnberg voorspelt een samenleving vol gehoorzame schapen, zonder gekken, zonder burgerlijke ongehoorzaamheid en dus zonder individuen. Het klinkt als een typische utopie, of distopie. Welk perspectief je ook inneemt, een belangrijk kenmerk van dit soort voorspellingen is dat ze zelden uitkomen.
Utopieën of dystopieën worden opgebouwd uit morele opvattingen die zijn geworteld in het tijdsgewricht waarin ze worden uitgedacht.
Wat we vandaag de dag onder privacy verstaan is over tien jaar misschien wel veranderd. In de middeleeuwen dacht men er ten slotte ook heel anders over, denk aan de lijfeigenen. Ook is het voorstelbaar dat er tegen die tijd allerlei simpele technieken zijn om de Googlebril te hacken en te customizen. Wijnberg heeft het over de suggestie van vrijheid geboden door het consumentisme enerzijds en de werkelijkheid van de controlestaat anderzijds. Over welke vrijheid heeft hij het, vraag ik me af. Zolang je maar een beetje rustig kan leven zonder een voortdurende dreiging van oorlog, ellende of ziekte, mag je al best tevreden zijn, denk ik.

De suggestie van vrijheid (in het consumentisme) is altijd nog beter dan de werkelijke onvrijheid in landen als Pakistan waar je vanwege de breed geïnterpreteerde wet tegen Godslastering opgepakt kan worden wegens een afwijkende mening.  In de 'heilstaat' van Wijnberg doet het er niet toe wat je denkt, zolang je maar naakt recreëert op de plekken die daarvoor zijn aangewezen.  Is dat zo’n ramp?

donderdag 30 januari 2014

UNESCO

Wie het boek Baltische Zielen van Jan Brokken leest, krijgt een zwarte geschiedenis voorgeschoteld. Enerzijds werd Litouwen onderdrukt door allerlei regimes, anderzijds waren ze zelf ook niet kinderachtig. Nog voor de nazi’s arriveerden hebben Litouwse Nationalisten in Vilnius 15.000 joden over de kling gejaagd. De jongeren die ik afgelopen week in Vilnius sprak waren heel aardig en spraken goed Engels. Vroeger stond Vilnius vol met synagogen, schrijft Brokken. Daar is niets meer van over, de Joods Russische stad is een Litouwse Katholieke stad geworden. De binnenstad is UNESCO erfgoed, winkels hebben leuke authentieke uithangborden opgehangen. De boel is gemusealiseerd. Het is alleen de vraag wat er precies geconserveerd wordt. Welke geschiedenis krijgen we hier voorgeschoteld?

woensdag 29 januari 2014

Queen


In Nida heb ik de kleindochter van Carl Schmitt  ontmoet, de kroonjurist van het Derde Rijk. Ze is een veertig jarige kunstenares, die het moeilijk heeft met het nazi verleden van haar familie. Ze werkt momenteel als stagiaire voor de kunstkolonie. Ze is een beetje stuurs en koppig. Toch ben ik haar gaan mogen. Zeker na het salsa dansen enige dagen geleden. Ze riep met een verhit en kwaad hoofd tegen een Mexicaanse resident dat ze geen ding was en dat zelf ook wel kon leiden. Toen wij gisteren risotto gingen maken zei ze: 'it better be good, because I'm the Queen of risotto.' 

dinsdag 28 januari 2014

Laboratorium

De performance is weer helemaal terug van weggeweest. Althans wel in de kunstkolonie van Nida. Een gelegenheidsduo van een Mexicaan en een Braziliaanse besloten ons te trakteren op een bepaald sfeertje. Het werd geïmproviseerd, maar het is de vraag of dat een geldig excuus is. De performance heette oefening 1 t/m 5. Er blijken hier veel meisjes/vrouwen te zitten die op zoek zijn naar zichzelf. Drie van de meisjes die ik heb gesproken hadden een relatie met een bekendere kunstenaar waar ze niet mee samen konden leven. De man die geen oog heeft voor het werk van zijn vrouw. Een Zweedse kunstenares had een relatie met een oudere en tamelijk bekende Schot, via hem is ze aan haar huidige vriend gekomen. We vroegen ons af of dat dan geen problemen opleverde, aangezien ook hij een kunstenaar is. ‘Hij heeft niet zo’n groot kunstego,’ antwoordde de Zweedse daarop. Haar vriend zat er naast en lachte een beetje besmuikt. Hoe hij tegenover zijn kunst staat weet ik niet, wel weet ik dat hij fanatiek is met tafeltennis en dat hij al twee maanden koning was van de kunstkolonie. Juist die avond had ik hem verslagen. Artist in residencies zijn geweldige laboratoria voor sociologisch onderzoek.

maandag 27 januari 2014

Strandgrens


De kunstkolonie van Nida ligt op de Koerische landtong,  Curonian spit in het Engels, de helft van die streep zand is van Rusland.  Je kan de landen alleen in en uit komen met de auto, behalve als je via het strand gaat. Het strand hebben ze niet afgezet. Althans niet echt. Ze hebben er een stuk visnet opgehangen en er wordt verzocht om alsjeblieft niet de grens over te steken.

zondag 26 januari 2014

Koning


Vanavond waren er geen presentaties van kunstenaars. Vanavond werd getafeltennist. Omdat er zeven mensen waren en om alles wat sneller te laten rouleren speelden we tot drie punten. Diegene die won mocht blijven staan. Hij was de koning. Ik ben drie partijtjes koning geweest. In de overwinningsroes werd ik overmoedig. Toch denk ik dat de oefenpartijtjes inBarcelona z’n vruchten hebben afgeworpen in Nida.

zaterdag 25 januari 2014

Nadeel

De kunstenaars van de kunstkolonie presenteerden vandaag hun werk. Een van hen had een verhaal geschreven over de angst niets te kunnen produceren terwijl je daar artist in resident bent. De fundamentele angst dat anderen wel iets uit hun vingers krijgen en zij niets. Er was met name een kunstenaar die als een gek werk produceerde wat haar ergens aan deed denken. Het deed haar denken aan een stok met een draad en een stuk visnet dat ze aan de kust had gevonden. Ze had het zien liggen en ze had erover gefantaseerd. Ze fantaseerde dat ze de stok had opgeraapt en dat ze die in een museum had gezet. Het was een prachtig object met een blauw stuk touw en een oranje net. Complementaire kleuren, een prachtig stuk aangespoelde kunst. Ze had het zich toe kunnen eigenenen, en kunnen tonen in een museum, maar ze heeft het niet gedaan. Ze was te laat. Ze besloot het stuk aan die andere kunstenaar te geven als een cadeau. Maar uiteindelijk blijft het allemaal bij een goed voornemen, zonder dat het ergens toe leidt. Het was fictie, maar vertaalde wel het gevoel dat de kunstenares soms heeft.
Ik vond het een mooi verhaal en vroeg of het soms ironisch commentaar op hedendaags kunst was en misschien ook op het fenomeen van de artist in residency. Ze begreep de vraag niet (ze kwam uit Zweden), en er was volgens haar geen ironie aanwezig in het verhaal. 'Maar je neemt die andere kunstenaar toch op de hak en ook jezelf?,' vroeg ik.
(die andere kunstenaar, Kalin Lindena, die zoveel produceerde, maakt doorgaans geen onaardige sculpturen, maar wat ze hier deed had een hoog therapeutisch gehalte).
Het gesprek met de Zweedse stokte volledig, helaas. Dat is het nadeel van literatuur, iedereen interpreteert dat anders. 



vrijdag 24 januari 2014

Tv


In Nida wonen 1000 mensen in de winter, in de zomer 10.000. In de zomer verhuren de bewoners hun huis aan toeristen en dan gaan ze zelf in hun garagebox wonen. Daarmee verdienen ze hun geld . In de winter doen ze niks. Hun belangrijkste bezigheid in de winter is tv kijken.

Onder het ijs


Tussen Vilnius en Nida kom je veel meren tegen, op die meren, die allemaal bevroren zijn, zitten eenzame mannetjes te vissen.‘ijsvissen is een vorm van meditatie,’ zei onze chauffeur. ‘Bij de lagune kun je het water oplopen, en op een gegeven moment besluit je dat je gaat zitten, dat dit de plek is waar iets voor jou onder het ijs verborgen zit.’

donderdag 23 januari 2014

Absint


Het is even wennen -16, maar het heeft wel wat om vanuit een koude straat in Vilnius  een bar (vlakbij het cac) binnen te lopen dat geheel in jaren zestig stijl is opgeknapt. Misschien is dat wel wat mensen een wintersportgevoel noemen. Ik sprak met de mensen die nu in de art colony van Nida zitten.  We dronken absint, om nog maar even uit te stellen dat we weer naar buiten moesten. Het was een goede eerste kennismaking met Vilnius en haar kunstenzinnige bewoners.

woensdag 22 januari 2014

Vilnius


Op naar Vilnius. Ik weet niets van Litouwen behalve dan dat het land de ene na de andere onderdrukker over zich heen heeft gehad. Ik lees in Baltische Zielen van Jan Brokken dat Alfred Döblinde schrijver van Berlin Alexanderplatz in 1924 de Joodse wijk in Vilnius omschreef als een bruisende beschaving en dat men dit in de heimat op het spel aan het zetten was. Een bijna naive poging om het onheil af te wenden. Overigens stelde hij volgens Brokken de zaken nogal rooskleurig voor. De Joodse wijk was niet op de riolering aangesloten en het was er dus een smerige bende. Van de Joodse gemeenschap is vandaag de dag helemaal niets meer over in Vilnius. Litouwen is een land met littekens, ik ga erheen voor een hele andere reden, namelijk om samen met satellietgroep uit Den Haag verkenningen uit te voeren voor een kunstproject dat ik er wellicht ga doen. Het heeft betrekking op ecosystemen. Ik ben benieuwd, ze hebben daar de hoogste duinen van Europa. 

dinsdag 21 januari 2014

Medische Maffia



Elmer Mulder, die in augustus werd ontslagen als topman van het Amsterdams Universitair medisch centrum (VUmc), heeft een afkoopsom gekregen van een half miljoen euro. 
We denken dat we in Nederland geen maffia hebben, maar het is nog veel erger; we hebben maffia, maar we willen het niet zien. Klokkenluiders hebben het zwaar. Zelfs mensen die interne kritiek leveren op het functioneren van individuen of het functioneren van een afdeling, krijgen het ervan langs. Alles wordt altijd persoonlijk genomen. Vandaag hoorde ik, van een betrokkene, het verhaal van Piet Postmus. Hij had kritiek op de wantoestanden bij de afdeling chirurgie in het VU mc. Postmus was ook diegene die aan de bel trok toen er camera’s in het ziekenhuis werden opgehangen ten behoeve van een tv programma. Het management heeft dit allemaal in zijn dossier opgenomen en ze besloten dat het tijd werd om hun tanden te laten zien. Hij werd op non-actief gesteld en mocht met niemand praten.

Medewerkers op de poli vroegen of Piet Postmus nog terugkwam. Het antwoord was: ’Nee hij houdt zich niet aan de regels.’

De verpleger vroeg daarop: ’Wat is belangrijker, de regels of de normen?’

Daarop gaf de leidinggevende geprikkeld het antwoord: ‘De regels.’

Als er iemand moet worden geopereerd aan longkanker, ga niet naar het VU mc. Loyaliteit aan het management wordt hoger aangeslagen dan de kwaliteit van de medische ingrepen. Een petitiepagina voor Piet Postmus werd ondertekend door collega’s uit Rotterdam, die werden echter op het matje geroepen door hun bazen. De managers van het Erasmus mc houden kennelijk hun vriendjes bij de VU het hand boven het hoofd. 
 In de ziekenhuizen van ons land is het net zo’n grote puinhoop als in de financiële sector. Alleen kost het in dit geval ook nog mensenlevens. Het kan de managers blijkbaar niet zoveel schelen, zolang  de tent maar draait.

maandag 20 januari 2014

Monnik

Vandaag heb ik met een paar Spaanse vrienden pizza gegeten. Een vriendin vertelde dat ze een tijdje religieus is geweest. Van haar tiende tot haar dertiende ongeveer. Haar ouders waren het niet, maar haar overkwam het ineens. Ze wilde met communie gaan en ging ook biechten. Daarna is ze plotseling naar de muziek van Ska-P gaan luisteren en was haar religieuze periode voorbij. Dat geloof ik graag als je hoort wat voor muziek dat is. Het is anti fascisme , anti zionisme, anti imperialisme. Behoorlijk anarchistisch, kortom. Volgens mij heb ik ook een licht religieuze fase gehad. Misschien toen ik acht of negen was. Ik was gefascineerd door de verhalen over monniken in kloosters. Het verhaal van Fransiscus maakte diepe indruk op me.  Ik maakte een hut op zolder om me af te zonderen. Er stonden boeken en ik had een zaklamp. Niet dat ik kon lezen, dat duurde bij mij vrij lang, maar boeken hoorden er alvast bij. Het ging erom dat je niemand zag en dat je urenlang in afzondering tot jezelf kwam in een minuscule ruimte. Dat was zo ongeveer wat het voor mij inhield om een monnik te zijn. Het was een fijne periode, misschien was ik in Spanje wel priester geworden.

zondag 19 januari 2014

De banaliteit van Kristien Hemmerechts



We zijn, in cultuuruitingen, geobsedeerd met het kwaad. Martin Scorsese kreeg het verwijt dat hij met The Wolf of Wall Street het graaigedrag verheerlijkte en geen oog had voor de vele financieel gedupeerden. In al zijn films plaatst Scorsese de daders op een voetstuk. Toch vind ik de kritiek wat betreft zijn laatste film niet helemaal terecht. ‘The Wolf’ maakt vooral gebruik van de hebzucht van anderen. Er is min of meer een eerlijk gevecht.
Nu krijgt Kristien Hemmerechts het ervan langs. Ze schreef een roman over Michelle Martin, de vrouw van Marc Dutroux. Hemmerechts wordt verweten dat ze met deze roman, De vrouw die de honden te eten gaf, een al te menselijk beeld heeft geschetst van deze zieke vrouw. Het is Paul Marchal, de vader van een van de vermoorde kinderen, die dat zegt. Ze verdedigt zich door onder meer naar Hannah Arendt’s analyse van het Eichmann-proces te verwijzen (De banaliteit van het kwaad. Een reportage. Moussault, Amsterdam, 1969). Voorin de roman staat zelfs een citaat van Arendt:’ De trieste waarheid is dat het meeste kwaad wordt gedaan door mensen die er nooit over hebben nagedacht of ze goed of slecht zijn.’
Arendt komt in haar boek tot de conclusie dat die Eichmann maar een banaal mannetje is. Geen einzelgänger, geen losgeslagen duivel, maar een ambtenaar die gewoon doet wat hem wordt opgedragen.
Ook Michelle Martin deed wat haar was opgedragen, ook zij was onder invloed van een autoritaire macht. In verband met het gedrag van Michelle Martin wordt vaak verwezen naar die ene verschrikkelijke gebeurtenis waar ook de titel van Hemmerechts’ roman aan ontleent is. Toen Dutroux in de gevangenis zat ging ze naar het huis van haar man om de honden te eten te geven. De twee kinderen die toen nog in de kelder zaten liet ze creperen. Martin was op dat moment zelf moeder van een pasgeboren baby en had ook een kind van elf. Ze had, aldus Hemmerechts, geen zin om die twee kelderkinderen ook nog in haar maag gesplitst te krijgen.’Ik begrijp dat,’ zegt Hemmerechts in een interview met de NRC afgelopen weekend. Dat bedoelt ze uiteraard in filosofische zin. Ze begrijpt hoe je tot zo'n gedachte kan komen, ze kan het op papier, in haar roman nagaan. Ze wil uiteraard Martin's gedrag niet goedpraten.
Volgens mij is die toespeling op Arendt niet helemaal zuiver. Martin is Eichmann niet. Eichmann zou die kinderen waarschijnlijk wel te eten hebben gegeven. Hij zou ze te eten hebben gegeven en daarna zou hij ze hebben vergast. Alles volgens een nauwgezet plan.
Ik begrijp wel dat het al te makkelijk is om van Martin of Eichmann een psychopaat te maken, want dan staan ze ver van ons af. Toch is het de vraag wat dit onderzoek naar de psyche van Michelle Martin precies heeft opgeleverd. Is hier niet ook een beetje sprake van sensatiezucht van de schrijfster? Het citaat van Arendt riekt daar wel naar.
Zinsnedes als ‘de banaliteit van het kwaad’ worden al te gemakkelijk in de  mond genomen, zonder precies te weten wat ermee bedoeld wordt. De een is een beschadigde vrouw in de macht van Dutroux, de ander het beste jongetje van de klas, iemand die wist hoe je Joden efficiënt van hun bezittingen kon strippen door gebruik te maken van een lopende band. Dutroux deed maar wat, zoals Hemmerechts zelf aangeeft in het interview. Dat geldt natuurlijk ook voor Martin, maar het geldt absoluut niet voor Eichmann.
De enige echte vraag die er toe zou moeten doen in verband met dit boek, is de vraag of het goede literatuur heeft opgeleverd. Is het overtuigend en heeft het iets inzichtelijk gemaakt? Daar werd vorig weekend niet over gesproken in het NRC-Handelsblad.





zaterdag 18 januari 2014

Heidens

Al eerder schreef ik hier over het absurde verhaal dat Abraham een bevel van God krijgt om het pre christelijke ritueel van het kind offer uit te voeren om daar dan later net op tijd weer van weerhouden te worden. Filosoof Omri Boehm op de opinionator  uit hoe Maimonides (19de eeuwse rabbi) heeft gezegd dat het bevel van God, om Isaac te offeren, overeenkwam met de gevestigde heidense politiek religieuze orde van die tijds. Pas toen de engel verscheen werd het werkelijke woord, niet van God, maar van Jaweh gesproken. Dat was het werkelijke bevel dat opgevolgd moest worden. 
Wat we dus eigenlijk zien gebeuren is het afleren van oude gebruiken. Boehm geeft aan dat je op die manier ook twee type volgers hebt van de Israel; absolute volgers van de mythes die de staat en het militaire regime in stand houden. De tweede houding ten opzichte van Israel zou een meer op Abraham geïnspireerde houding zijn:

"The Jewish state’s citizens may have to take this into account if they look up to Abraham as their model of Judaism. Soldiers may have to consider it when receiving the Bible along with an M-16. Following the Jewish prophets rather than the pagan ritual of child sacrifice consists in moral disobedience to the state’s decree."

Het is een gedurfde uitleg van Isaacs offer: Wie de opdrachten van het Israelische leger uitvoert is een heiden die niet luistert naar de ware opdracht van God. 


donderdag 16 januari 2014

Tequila

Begin een avond met Tequila, ik beodoel echte Tequila uit Mexico, rustig, sippend, laat de warme drank naar binnen glijden. Je eindigt compleet van de kaart. Ik wel in elk geval. Ik at met een Mexicaanse vriend. Bonen en rijst. Daarna Centenario, Tequila. Kleine slokjes zorgen voor een warme keel en ontspant de buik. Wie daarna de stad ingaat kan een leuke avond hebben. Het bier lijkt in geval heftiger binnen te komen. De wereld draait. Groningen staat in het teken van Euro Sonic en Noorderslag, bandjes treden op. Overal zijn mensen, maar dat maakt niet uit. Jij bent er ook, met Tequila. Niemand die je iets kan maken.

woensdag 15 januari 2014

Volle maan

De lieve G kwam pas om half elf thuis uit de Yoga. ‘We hadden een speciale vollemaanssessie,’ zei ze. ‘We moesten zingen en aparte oefeningen doen.’
De spinazie, kikkerwten en namaakkip (van lupine) met rode peper gember en oestersaus, geserveerd met in bouillon getrokken couscous was enigszins slap gekookt, maar nog wel lekker. We dronken er yogi thee bij. ‘Er staat altijd een spreuk op het zakje,’ zei de Lieve G. Dat wist ik niet, theezakjes gooi ik doorgaans weg na gebruik, nu las ik :’Smile to the people.’
Het klonk als het advies van een pr man aan de koning en/of de koningin.

dinsdag 14 januari 2014

Filthy Rich

http://www.thewrap.com//images/2013/12/wows-03.jpg 
The Wolf of Wall Street van Martin Scorsese gaat over het fictieve karakter van geld. Over mensen die het spel zo goed spelen dat ze er veel, teveel van binnenslepen en de grens tussen fictie en werkelijkheid begint te vervagen. Er klonken echo's in door van Gordon Gekko, het beroemde personage gespeeld door Michael Douglas uit de film Wall Street van Oliver Stone uit 1987.  ‘Greed is good’, werd een gevleugelde uitspraak. Jordan Belfort, alias The Wolf of Wall Street, is Gordon Gekko on speed. Het is over the top. Hij heeft een bedrijf dat aandelen verkoopt, louche aandelen die minder waard zijn dan wordt gesuggereerd. Jordan Belfort, meesterlijk gespeeld door Leonardo di Caprio, houdt een toespraak voor  zijn personeel en spreekt over telefoons als waardeloze stukken plastic, die wapens worden in dehanden van getraind personeel. Hij zegt: ‘I want you to deal with your problems by getting fucking rich.’ Een aardige variatie op 'Greed is Good', maar toch net wat minder scherp. Er is maar een Gordon Gekko, zullen we maar zeggen. Dat neemt niet weg dat het een vermakelijke film is en zeker een film om naartoe te gaan in tijden van crisis. We hoeven niet allemaal filthy rich te zijn, we kunnen er ook kijken voor ons vermaak. In veel gevallen is dat waarschijnlijk leuker dan echt Jordon Belfort te moeten zijn. Een scène maakt de film al de moeite waard om te zien en dat is het moment waarop Jordan Belfort niet meer kan lopen omdat hij teveel pillen van het een of ander heeft genomen. Hij kan nog wel denken, althans dat lijkt zo. Leonardo di Caprio werd door Scorsese een onverwacht komisch talent genoemd. Dat blijkt wel uit deze scène; als een naaktslak probeert hij zijn witte Ferrari te bereiken die hij vervolgens met zijn voeten open probeert te duwen, omhoog want het zijn vleugeldeuren. Ongekend grappig.


maandag 13 januari 2014

Bookdome Dokkum

Vandaag was ik even in Dokkum. Heel even maar, om een boek op te halen. Het was donker. De moeder van een vriend woont in de buurt, de vriend heeft een auto, dus ik zei: laten we je moeder opzoeken. Op een bedrijventerrein vonden we de loods waar het boek zich zou moeten bevinden. Een boek uit 1932 over de bodyguard van Al Capone. Ik heb mijn redenen dat soort boeken belangrijk te vinden. De loods bleek een vreemde mengeling van twee werelden. Een oude en een nieuwe wereld. Onder het aluminium dak stonden tientallen rijen houten (lundia) stellingen opgesteld, afgeladen met vergeelde boeken. Vroeger zat Atsee, zo heet de winkel hun logo is een haantje, aan de singel. Niemand komt nog in winkels vandaag de dag. Alles gaat via internet. Ze waren de enige in Nederland die dit boek nog hadden. Dit zei ik uiteraard niet, bang dat de prijs zou stijgen. De verkoper was een stokoude, maar aardige man die moeilijk verstaanbaar was. Tweede hands boeken verkopen doet hij al zijn hele leven, vertelde hij. Toch kreeg ik de indruk dat hij zijn werk deed met enige gelatenheid. Het is moeilijk gepassioneerd te blijven, zeker in een loods ergens achteraf op een bedrijventerrein. Het trekt wel weer aan, denk ik. Als over twee ipad-generaties mensen weer willen voelen hoe het is om een echt boek  in handen te hebben en hoe een antiquariaat ruikt, kunnen ze terecht in Dokkum. Ik denk dat er een goed concept voor een pretpark in zit. Maar dan moeten we nog wel even wachten.